Door de jaren heen nemen steeds meer jongeren een tussenjaar voordat ze gaan studeren. Maar tot een betere studiekeuze lijkt het niet te leiden, staat in een nieuw rapport van de Onderwijsinspectie.
Nee, de inspectie heeft niet gekeken waarom steeds meer jongeren een jaartje wachten voordat ze naar het hoger onderwijs gaan. Maar de trend is duidelijk. In acht jaar tijd (tussen 2009 en 2017) steeg de groep eerstejaars-na-een-tussenjaar van 9,9 naar 14 procent.
Mannen het minst
Vrouwen kiezen vaker voor een tussenjaar dan mannen. Dat geldt ook voor jongeren uit achterstandswijken, of zoals de inspectie het omschrijft: jongeren uit een armoedeprobleemcumulatiegebied. Scholieren met lage eindexamencijfers gaan er eveneens iets vaker een jaartje tussenuit voordat ze doorstuderen.
© HOP. Bron: Onderwijsinspectie. Doorstroom naar vervolgopleiding. Voor de wo-bachelors is dat een master. Diplomajaar 2017.
© HOP. Bron: Onderwijsinspectie. Doorstroom naar hoger onderwijs. Diplomajaar 2017.
Kleine verschillen
Het gaat steeds om kleine verschillen. Neem de mannelijke en vrouwelijke havisten: respectievelijk 11,4 en 14,5 procent komt een jaar na het eindexamen naar het hbo. Maar waar komen zulke verschillen vandaan?
Het zou iets te maken kunnen hebben met “knelpunten in de toegankelijkheid van het hoger onderwijs”, speculeren de inspecteurs. Maar ze willen hun vingers er niet aan branden. Anderen moeten ermee aan de slag.
Hoog óf laag inkomen
Makkelijk zal dat niet zijn, want er zit geen duidelijke lijn in de cijfers. Zo is het tussenjaar relatief populair onder studenten uit gezinnen met een hoog inkomen, óf juist met een laag inkomen. De middengroep gaat vaker meteen door.
Een tussenjaar zou tot een betere studiekeuze kunnen leiden, menen sommigen, maar daarvoor ziet de inspectie weinig bewijs: met of zonder zo’n tussenjaar switchen de jongeren even vaak van opleiding.
Geen verband met leenstelsel
De huidige populariteit van het tussenjaar heeft bovendien weinig te maken met het verdwijnen van de basisbeurs. De trend was al zichtbaar voordat het nieuwe leenstelsel studeren duizenden euro’s duurder maakte. Na een dip (veel studenten wilden de basisbeurs nog even meepikken) gaat de lijn vanaf 2015 ongeveer door waar hij gebleven was.
Werkt het hoger onderwijs emanciperend? Verdwijnen de verschillen tussen de groepen verderop in hun opleiding, als ze eenmaal bezig zijn? Dat is niet vanzelfsprekend, blijkt uit deze cijfers. Na hun bachelordiploma nemen studenten ook weleens een tussenjaar, voordat ze aan hun master beginnen. Opvallend genoeg zijn de verschillen tussen de diverse groepen jongeren dan alleen maar groter geworden.