De ondernemingsraad wil dat de VU een kenniscentrum instelt dat de werkdrukproblemen wetenschappelijk onderzoekt. Bestuurslid Marcel Nollen ziet zelfs een hoogleraar werkdrukproblematiek wel zitten.
De ondernemingsraad voelt zich gepasseerd door het college van bestuur vanwege een actieplan om de werkdruk te verlagen zonder instemming van de OR te vragen. Maar vooral ook omdat het bestuur een stuurgroep heeft opgezet zonder de medezeggenschap erbij te betrekken. “We hebben het gevoel dat we aan de kant zijn gezet”, zei OR-lid Sabine Go vorige week tijdens een overlegvergadering met het college.
Het actieplan is opgesteld in opdracht van de inspectie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, dat vorig jaar de VU en andere universiteiten op de vingers tikte over het structurele overwerk dat onderzoekers en docenten voor hun kiezen krijgen. Het gaat om een pakket maatregelen, zoals het verlichten van de publicatieplicht en de inhuur van externe hulpkrachten.
Bondsleden en medezeggenschap voelen zich buitenspel gezet
De stuurgroep heeft als taak het plan van aanpak ten uitvoer te brengen. Maar noch de leden van de bonden, noch de medezeggenschap zijn betrokken, en die voelen zich buitenspel gezet, schrijft de OR aan het bestuur. Ze wil brede deelname aan de stuurgroep vanaf de werkvloer. ‘De meeste kennis zit immers lokaal’.
Kenniscentrum Werkdruk
Een werkdrukcommissie van de OR heeft zelf een initiatiefadvies opgesteld. Daarin pleit de OR onder meer voor het oprichten van een Kenniscentrum Werkdruk, dat de kennis en ervaringen bij de diverse eenheden paart aan de wetenschappelijke kennis die de VU heeft. ‘Als universiteit zijn wij als geen ander in staat om problemen gestructureerd en wetenschappelijk onderbouwd aan te pakken’, aldus de OR. Dat is niet alleen goed voor de werksfeer op de VU zelf, ze kan zich er ook mee profileren op de ‘competitieve (arbeids)markt’, aldus de OR.
Mirjam van Praag: ‘Pak gewoon de telefoon en zeg het ons’
De OR vindt ook dat de ‘traditionele machtsverhoudingen’ moeten worden doorbroken. Die maken medewerkers volgens de OR kwetsbaar voor intimidatie en machtsmisbruik. “De hete aardappel die sociale veiligheid heet”, zei Go vorige week. Afdelingshoofden zouden volgens de OR steeds voor maximaal vier jaar moeten worden aangesteld, met één keer de mogelijkheid tot verlenging. Ook zouden niet alleen hoogleraren, maar ook universitair hoofddocenten in aanmerking moeten kunnen komen voor de functie. ‘Leg de nadruk bij het aanstellen van een afdelingshoofd op managementkwaliteiten en empathie, niet op gerealiseerde publicaties of ontvangen onderzoeksbeurzen’, schrijft de OR.
Brievenschrijfmodus
Het college van bestuur was niet heel erg gelukkig met de brief die ze van de OR kreeg. Bestuursvoorzitter Mirjam van Praag zei het “een beetje jammer” te vinden dat de OR in een “brievenschrijfmodus” was vervallen. “Pak gewoon de telefoon en zeg het ons”, aldus Van Praag. Go antwoordde dat de OR “zo erg geschrokken was” dat het bestuur eigenhandig met het onderwerp aan de slag was gegaan.
Maar het college was niet afwijzend ten aanzien van de adviezen van de OR. Het “doorbreken van de machtsstructuren” leek bij bestuurslid Marcel Nollen wat anarchistisch-syndicalistische associaties op te roepen, maar over het kenniscentrum was hij zo enthousiast dat hij zelfs voorstelde een hoogleraar werkdruk aan te stellen.