Na de laatste persconferentie moest ook de organisatie van de VU introductiedagen een streep zetten door veel plannen. Dat was een grote teleurstelling voor organisator Eric-Jan Hartstra.
Niet alleen de docenten moesten deze zomer rekening houden met meerdere scenario’s voor de start van het nieuwe studiejaar, ook de organisatie van de VU-introductiedagen. De geluidsinstallatie voor het eindfeest was al geregeld, afspraken met clubs gemaakt, vertrekkend rector Vinod Subramaniam stond zowat al klaar om nog een laatste keer de nieuwe lichting studenten toe te spreken.
Vooral elkaar gemist
Maar met het laatste advies van het OMT moesten de grote samenkomsten geschrapt worden. Geen gescharrel over de informatiemarkt dus, geen eindfeest in Paradiso en een online welkomstwoord. Eric-Jan Hartstra zit al bijna dertig jaar in de organisatie van de VU-introductiedagen en zag vorig jaar met lede ogen aan dat alles online moest. “Uit de feedback van de studenten bleek toen ook dat ze vooral elkaar hadden gemist tijdens de introductiedagen. Terwijl die week juist draait om die ontmoetingen.”
En dus nam de organisatie zich dit jaar voor om zoveel mogelijk programmaonderdelen fysiek te doen. Met 3400 studenten die zich aanmeldden voor het volledige programma (1100 studenten meldden zich alleen aan voor het online programma op maandag en dinsdag) was dat een flinke logistieke onderneming. Verspreid over de eerste dag kwamen meteen duizenden eerstejaars samen om hun mentorgroepje te ontmoeten. “Je maakt je dan toch even zorgen. Maar er waren nergens files, de sfeer was relaxed. We hoefden niet actief te handhaven op de anderhalvemetermaatregel.”
Testen voor toegang
Over coronabewijzen voor de activiteiten op campus heeft de organisatie niet getwijfeld. “We hebben daarbij het beleid van de VU gevolgd, bij de colleges wordt daar straks ook niet om gevraagd”, zegt Hartstra. Wel zitten er drie zelftests in het introductietasje.
Sommige theaters, waar de comedyshow en de dragshow zijn, vragen wel om zo’n coronabewijs. “Een theatervoorstelling op anderhalve meter is duur. Je kunt niet de hele zaal vullen”, aldus Hartstra. Door ‘testen voor toegang’ in te zetten mag in plaats van een derde, twee derde van de zaal vol zitten. Dat betekende wel dat eerstejaars soms tijdens andere activiteiten naar een testlocatie moesten om te voorkomen dat hun test niet meer geldig was bij aanvang van de theaterbezoeken. Een kleine prijs om toch nog bij het avondprogramma te kunnen zijn.
De zon op zien komen
“Bij de introductieperiode denkt men vaak dat het om zuipen gaat, maar dat is niet zo. Je hoeft niet elke dag de zon te zien opkomen, het gaat ook om de diversiteit van de stad ontdekken. En daar hoort ook een club bij, of met elkaar zitten op een terras of in een park zonder aan afstand te hoeven denken. Het is jammer dat dat dit jaar niet helemaal kan.”
Een voordeel aan de online introductieperiode heeft Hartstra wel opgemerkt bij de workshops. “Vorig jaar zagen we dat deelnemers echt naar de workshops gingen waar hun interesse lag, er was geen sprake van groepsdruk om naar een specifieke workshop te gaan. En op de dag van het eindfeest is het best lekker als je ’s ochtends gewoon vanuit huis kunt inloggen en daarna de stad in kunt.”
Hartstra hoopt volgend jaar gewoon weer een introductieweek te organiseren in de oorspronkelijke vorm: “Ik kan niet wachten tot het plein weer vol staat.”