Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
22 november 2024

Campus
& Cultuur

‘Ik heb lang getwijfeld: word ik wetenschapper of zeiler?’

Als rector, directeur van een wetenschappelijk instituut en hoogleraar methodologie en integriteit hield Lex Bouter (66) zich gedurende zijn carrière op allerlei manieren bezig met morele kwesties. Nu hij met pensioen gaat leggen we hem zes tegeltjeswijsheden voor.

Leven en laten leven

“Als je je afvraagt waarom een collega iets op een bepaalde manier heeft gedaan, is het belangrijk om daar wel over te beginnen. Maar elkaar aanspreken op de juiste manier is moeilijk. En het gebeurt vaak te laat: mensen doen hun mond vaak pas open als ze hun irritatie al een poos hebben opgekropt.

Toen ik rector was [van 2006 tot 2013, red.] kwam er een aantal conflicten bij mij terecht waarvan ik dacht: dit had ik graag een jaar geleden geweten. Het is moeilijk om dingen dan nog bevredigend op te lossen.

Daarom is het zo belangrijk dat je een cultuur creëert waarin issues op tafel komen voordat dingen uit de hand lopen. Bij sommige onderzoeksgroepen is dat al helemaal ingebed in hun routine. Bij het Alzheimercentrum bijvoorbeeld houden ze eens in de zoveel tijd gesprekken waarbij eerst de groepsleiders vertellen wat er mis is gegaan of niet lekker liep in hun onderzoek, daarna voelen de promovendi en andere wetenschappers zich hopelijk ook uitgenodigd om hun dilemma’s te delen.

Genoeg aan zes uur slaap
Lex Bouter (1956) studeerde medische biologie in Utrecht. Een fanatieke student was hij niet. Hij deed er allerlei dingen naast, was vrachtwagenchauffeur, reisde en zeilde de halve wereld over.
Pas met zijn promotieonderzoek werden zijn wetenschappelijke ambities serieuzer. Bouter: “Ik dacht: nu ga ik ook kijken hoever ik kan komen.”
In 1988 promoveerde hij aan Universiteit Maastricht. In 1992 werd hij hoogleraar epidemiologie bij VUmc en directeur van het EMGO-instituut. “We begonnen met 4 mensen en 15 jaar later waren het er 400”, zegt Bouter.
Van 2006 tot 2013 was hij rector aan de VU. “Het is een verschrikkelijk leuke baan, maar als rector heb je overal te weinig tijd voor. Gelukkig kan ik goed plannen en heb ik aan zes uur slaap per nacht genoeg.”
Vanaf 2014 werd Bouter hoogleraar methodologie en integriteit.

De verschillen tussen onderzoeksgroepen zijn groot. Bij sommige groepen is de cultuur heel open, bij andere veel minder. Als er bij een onderzoeksgroep enkele keren achter elkaar promovendi opstappen, kan dat een teken zijn dat er iets aan de hand is. Daar moet je als leidinggevende alert op zijn.”

Wat u niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet

“Wrijving en conflicten zijn niet te vermijden in een academische omgeving. Er is nou eenmaal veel competitie en de meningen kunnen soms hard botsen.

Dat is op zich geen ramp. Het gaat erom hoe je dingen oplost. Als er sprake is van een hiërarchische verhouding tussen de partijen moet de bovenliggende partij zich daar heel bewust van zijn, zich terughoudend opstellen en eerder hulp van buiten inschakelen, zoals mediatie.”

WV: Elf procent van de VU-medewerkers maakte ongewenst gedrag mee, zoals pesten. Dat is toch veel?

“Dat is zeker veel. Toch blijf ik een optimist: ik zie heel veel goede initiatieven die de werksfeer kunnen verbeteren: er zijn meer vertrouwenspersonen, het is verplicht om twee promotoren te hebben. Die maatregelen helpen echt. Maar we zijn er nog niet. Ik denk bijvoorbeeld ook dat het goed zou zijn dat wetenschappers die promovendi begeleiden daar een training voor krijgen, want dat is een moeilijke en verantwoordelijke taak, waar niemand je op voorbereidt.”

Van het concert des levens krijgt niemand een program

“In 2013 ben ik na zeven jaar vrij plotseling gestopt als rector. Er was gedoe met de decanen en binnen het college, dan komt het aan op je politieke vaardigheden. Daar had ik geen zin meer in en ik ben er ook niet zo goed in. Ik ben heel erg inhoudelijk gedreven en heb het rectoraat met heel veel plezier gedaan, net als mijn andere functies overigens, maar het politieke aspect vond ik het minst leuk.

Toen ik stopte, wilde ik terug de wetenschap in, maar niet in mijn oude vakgebied, de epidemiologie. Ik wilde mijn jongere collega’s bij het EMGO-instituut niet voor de voeten lopen. Eigenlijk was ik altijd al bezig met de kwaliteit van onderzoek. Als je vijftien jaar leiding geeft aan een onderzoeksinstituut zie je hoe gemakkelijk onderzoek de mist in kan gaan, vaak om heel suffe redenen. Dus hadden wij een handleiding opgesteld om onderzoekers te helpen de klippen te omzeilen. Daarmee waren we een van de eersten.

Toen ik me in 2013 in het onderzoek naar research integrity begon te verdiepen, was ik snel uitgelezen. Er was nog bijna niks. Maar ik had toen al het gevoel dat het de komende jaren belangrijk zou worden en dat bleek inderdaad het geval. Inmiddels verschijnen er zoveel publicaties, dat ik moeite heb om het bij te houden.”

Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens

“Als je mij op vrijdagmiddag een mailtje stuurt, heb je op vrijdagavond antwoord. Soms ervaren mensen dat als intimiderend, dan denken ze dat ik van hen ook verwacht dat ze altijd aan het werk zijn. Maar ik houd juist van diversiteit; ik vind het prima als anderen andere keuzes maken.

Mijn vrouw heeft me altijd vrijgelaten om te doen wat ik het leukst vind: werken. Aan de andere kant heb ik in al die jaren ook nog nooit een afspraak met haar gemist. Toen Al Gore naar de VU kwam met zijn film, moest ik daar als rector eigenlijk bij zijn, maar ik ben niet gegaan. Ik had de afspraak om een wedstrijd te gaan zeilen dat weekend.

Aan het begin van mijn carrière heb ik getwijfeld of ik wetenschapper wilde worden of professioneel zeiler. Ik heb altijd gezeild en was ook vanaf mijn achttiende kapitein op grotere schepen. Ik heb in die tijd de voltallige Philips-directie als bemanning gehad. Aan boord heb ik veel geleerd over leidinggeven.

Maar ik realiseerde me dat ik als professioneel zeiler de wetenschap er niet een beetje bij zou kunnen doen en dat dat andersom waarschijnlijk wel zou kunnen. Dat bleek een goede gok: inderdaad ben ik altijd blijven zeilen. Als ik ergens ter wereld een congres had gehad, dan stapte ik vaak daar in de buurt aan boord voor korte of langere tochten. Ik heb aan veel grote zeilwedstrijden meegedaan, de oceanen overgestoken, langs de Australische kust gezeild, de Malediven.

Naast zeilen is het luisteren van muziek altijd belangrijk geweest: Bach vooral. Ik ga graag naar concerten en opera’s. En ik lees veel romans.”

Jong geleerd, oud gedaan

“Van huis uit heb ik meegekregen dat je moet letten op mensen hun daden en minder op wat ze zeggen. Underpromise, overdeliver is mijn motto. Ik kan het beste opschieten met mensen die ook die mentaliteit hebben. Een andere les die ik van huis uit heb meegekregen: voel je niet beter dan een ander, probeer altijd te begrijpen wat voor hen belangrijk is.

Ik ben een eerstegeneratiestudent. Mijn ouders waren trots dat ik ging studeren, maar ze konden me er niet bij helpen.

Charles Darwin is altijd een inspiratiebron geweest voor mij. Je kunt nauwelijks bevatten hoe groot en origineel zijn bijdrage aan de wetenschap is geweest. Ik heb thuis twee boekenplanken vol met literatuur over Darwin.”

De jeugd heeft de toekomst

“Gedurende mijn carrière heb ik 77 afgeronde promoties begeleid. Daarvan zijn 17 mensen zelf ook hoogleraar geworden. Daar ben ik trots op.

Momenteel heb ik nog zes promovendi. Die blijf ik ook gewoon begeleiden. Promovendi begeleiden is het leukste en het moeilijkste van mijn werk geweest. Je moet altijd weer op zoek naar wat iemand motiveert, hoe iemand in elkaar zit. Als het goed gaat, zie je iemand enorm groeien in die paar jaar.

Het relatief nieuwe vakgebied wetenschappelijke integriteit trekt zeer getalenteerde mensen aan, die de capaciteit hebben om op een metaniveau diep na te denken over wetenschap. Niet iedereen ambieert daarna een carrière in de wetenschap en dat kan ik me goed voorstellen. De randvoorwaarden zijn veel minder goed dan toen ikzelf begon.

Ik ben absoluut optimistisch over de bijdrage van dit vakgebied aan het verbeteren van de kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek in het algemeen. Er gebeuren veel mooie dingen momenteel. Ik mag dan wel met pensioen zijn, voorlopig blijf ik gewoon doorwerken omdat ik het veel te interessant vind wat er allemaal gebeurt.”

Lex Bouter neemt vandaag afscheid als hoogleraar methodologie en integriteit. Zijn afscheidsrede Why research integrity matters is vanaf middernacht hier te lezen.

 

Reageren?

Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. Reacties met url’s erin worden vaak aangezien voor spam en dan verwijderd. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.

Velden met een * zijn verplicht
** je e-mailadres wordt niet gepubliceerd en delen we niet met derden. We gebruiken het alleen als we contact met je zouden willen opnemen over je reactie. Zie ook ons privacybeleid.