De carrière van de VU-vakbondsfunctionaris Ellie Pauëlsen leest als een meisjesroman. Eentje uit de categorie ‘Ellie knokt door’. Na 43 jaar aan de VU gaat ze met pensioen. Donderdag is haar afscheidssymposium.
Het was niet de bedoeling dat Pauëlsen zolang aan de universiteit zou werken. Op haar dertiende begon ze na twee jaar op de huishoudschool al met werken. “Ik ben het oudste meisje in een groot gezin. Al vanaf mijn negende moest ik mijn moeder in het huishouden helpen: sokken stoppen en was door de wringer halen. Het waren de jaren vijftig. Ik mocht wel naar de Mulo, maar ik ging liever naar de huishoudschool. Ik dacht dat ik daar geen huiswerk hoefde te doen en tijd over zou hebben om te spelen.”
Chagrijnige man
Nadat ze haar diploma haalde, moest ze van haar vader als huishoudelijke hulp bij kennissen aan het werk. “Het geld dat ik verdiende, moest ik afdragen. Vanaf mijn vijftiende werd ik tandartsassistente bij de vader van een vriendin van mijn zusje. Het was een chagrijnige man en ik had geen zin om de rest van mijn leven bij hem aan de slag te gaan. Dus besloot ik om mijn papieren als tandartsassistente te halen.” Om thuis niet altijd aan het werk gezet te worden, deed ze in haar vrije tijd veel cursussen en zette ze zich in voor het jeugdwerk in de buurt.
Demokratisering
Vanaf 1972 werkte ze vanuit de faculteit Tandheelkunde als tandartsassistente in één van die beruchte bussen van de schooltandarts. “Al hadden wij nooit huilende kinderen; ik werkte met hele aardige mensen.” Vervolgens ging ze aan de slag op de faculteit zelf. Het waren de jaren van de ‘demokratisering’ van de universiteit. Het was een proces dat moeizaam verliep. Het ondersteunende personeel kreeg het bevel om zich niet met inspraak bezig te houden. Toen er een nieuw bestuur voor de vakgroep gekozen moest worden, hielden de assistentes stiekem een eigen verkiezing. “Bij een grote bijeenkomst van de vakgroep hebben we de resultaten daarvan gepresenteerd.” Na een nieuwe stemming onder de hoogleraren werd Pauëlsen bestuurslid van de vakgroep, later zelfs van de (sub)faculteit.
Domme vragen
Het was het begin van een levenslange inzet voor betere arbeidsvoorwaarden van personeel in het hoger onderwijs. Hoewel Pauëlsen in het begin weinig van het onderwerp af wist, werkte ze zich snel in. En soms was zij juist degene die domme vragen durfde te stellen. “Eén keer had ik tijdens een vergadering geen idee waar ze het over hadden. Als ‘domste’ aanwezige durfde ik te vragen waar het over ging. Er ging een zucht van verlichting door de zaal. Want níemand begreep waar het over ging.”
Verplichte vrouw
Het waren ook de jaren van het begin van de vrouwenemancipatie. Als er bij tandheelkunde voor een commissie of overleg een vrouw nodig was, werd Pauëlsen telkens gevraagd. Ze was medeoprichter van de groep Vrouwenoverleg op de VU en organiseerde cursussen voor vrouwelijke personeelsleden op het gebied van leidinggeven en stukken lezen. Ook bezette de groep de bestuursvleugel van de VU om kinderopvang op de campus af te dwingen. “Vervolgens moest ik een formulier invullen waarop ik precies moest aangeven wanneer ik mijn eerste, tweede en eventuele derde kind verwachtte.” Jaren later kwam er toch een crèche die Het olifantje genoemd werd. “Omdat het een olifantsdracht was.”
Avondopleiding
In de jaren negentig begon het bij haar te kriebelen. “Ik vroeg me af of ik dit tot mijn 65e wilde gaan doen. Ik was actief bij het FNV en solliciteerde voor de functie als vakbondsfunctionaris aan de VU. Ik kreeg de baan op de voorwaarde dat ik een opleiding zou doen.” Eerst volgde ze in de avonduren een MBO-opleiding, daarna deed ze de HBO-opleiding Personeel en organisatie.
Bestuurslid
In 2002 werd ze vanuit de VU gedetacheerd als bestuurslid van de welzijnssector in de regio Noord-Holland, daarna werkte ze deels bij de Universiteit Utrecht. Voor de lokale ROC’s en namens acht hogescholen in Nederland werkte ze als FNV-onderhandelaar. Al die tijd is ze ook aan de VU verbonden gebleven. “Ik vroeg me wel eens af of ik iets anders moest doen. Maar ik hoorde vaak verhalen over mensen die van werk wisselden en spijt kregen. Ik had een leuke baan waar ik veel in kwijt kon. Ik zou gek zijn als ik zou vertrekken.”
Pensioen
Nu is het toch zover: Pauëlsen werd eind augustus 65, nu gaat ze met pensioen. Ze kijkt tevreden op haar carrière terug. “Ik ben er best trots op. Dat had ik als dertienjarige niet kunnen bedenken.”