Als Nederlandse universiteiten en hogescholen een filiaal in het buitenland willen openen, moeten ze een exit-strategie hebben voor als het misloopt. Anders gaat het ministerie niet akkoord.
Dit staat in de ‘algemene maatregel van bestuur’ voor buitenlandse vestigingen van Nederlandse hogeronderwijsinstellingen die het ministerie ter consultatie online heeft gezet: iedereen mag er commentaar op leveren.
De eis gaat bijvoorbeeld gelden voor de omstreden campus die de Rijksuniversiteit Groningen in het Chinese Yantai wil openen. De Groningse plannen zijn het brandpunt van de politieke discussie over zulke buitenlandse vestigingen.
Fiasco
“Het is niet de bedoeling dat het hoger onderwijs in Nederland geschaad wordt door een mogelijk fiasco in het buitenland”, verklaart minister Bussemaker in haar toelichting. Dus moet er een plan klaarliggen voor als het misgaat, zowel voor de financiën als voor het personeel en de studenten.
In de Tweede en Eerste Kamer leefden zorgen over de mensenrechten en academische vrijheid aan zulke vestigingen. Die moeten gegarandeerd zijn, staat nu expliciet in de regeling. De minister kan bovendien haar toestemming intrekken als ze later alsnog in het geding komen.
Academische vrijheid
De academische vrijheid wordt ook nader omschreven. Deze hangt nauw samen met de vrijheid van meningsuiting, aldus de minister, en is specifiek gericht op de positie van de individuele docenten, onderzoekers en studenten. “Zij hebben de vrijheid om bij het geven van onderwijs, het verrichten van onderzoek, respectievelijk het ontvangen van onderwijs, hun eigen wetenschappelijke inzichten te volgen en daarbij niet afhankelijk te zijn van bepaalde politieke, filosofische of wetenschapstheoretische opvattingen.”
Dat is in China op zijn zachtst gezegd niet vanzelfsprekend. Dissidenten worden er opgepakt of leven in ballingschap in het buitenland. China lijkt zich ook steeds meer te bemoeien met Chinezen in het buitenland, onder meer via studentenverenigingen.
Prullenbak
Overigens kan de minister ook om andere politieke redenen haar toestemming weigeren. Plannen voor buitenlandse filialen kunnen de prullenbak in “als het verzorgen van de opleiding de aanleiding is voor diplomatieke spanningen”, aldus de toelichting.
In de algemene maatregel van bestuur die de minister voorstelt, gaat het om opleidingen die in Nederland zijn goedgekeurd door accreditatieorganisatie NVAO en tot een erkend diploma leiden. Momenteel kunnen hogescholen en universiteiten ook al onderwijs in het buitenland verzorgen, maar de eis daarbij is dat studenten een deel van hun opleiding in Nederland volgen voordat ze een Nederlands diploma kunnen krijgen. Dat gaat nu veranderen.