Dit jaar zijn er geen verkiezingen voor de universitaire studentenraad. Er zijn namelijk maar acht kandidaten voor de negen beschikbare zetels. De bètapartij wist drie mensen te vinden, de VU-fractie vijf. Volgens de regels worden deze kandidaten benoemd zonder verkiezingen. Geen verkiezingen voor de universitaire studentenraad, dat is nog niet eerder in de VU-geschiedenis gebeurd.
Op verschillende faculteiten zijn wel verkiezingen voor de facultaire studentenraden van 11 tot en met 14 april.
“Waarschijnlijk durven studenten vanwege het leenstelsel niet veel tijd in de medezeggenschap te steken. Je doet als je in de usr zit toch gauw een jaar langer over je studie”, geeft Amina Khelifi als verklaring voor het gebrek aan kandidaten. Ze is derdejaars student gezondheid en leven en lijsttrekker van de bètapartij. Eerder was ze bestuurslid van de studievereniging Anguilla.
Bestuursvergoeding
Met die verklaring is Martijn Goosensen het eens. “Raadsleden krijgen wel een bestuursvergoeding, maar pas aan het einde van het jaar. Daarnaast zijn mogelijk niet alle studenten op de hoogte van de vergoeding of de hoogte daarvan.’’ Hij is derdejaars student psychologie en vicevoorzitter van zijn facultaire studentenraad. Ook is hij actief betrokken bij de VU-brede commissie democratisering.
Hij is lijsttrekker van de VU fractie. Dat is een nieuwe organisatie die is voortgekomen uit de Vuso- en SRVU-fracties die al decennia lang in de studentenraad zijn vertegenwoordigd. Dit jaar hebben ze samen één gemeenschappelijke lijst ingediend. Inhoudelijk bestaan er namelijk weinig verschillen. En ze willen volgend jaar de universitaire studentenraad op een andere manier kiezen. Namelijk niet meer direct, maar getrapt. Elke faculteit mag dan één kandidaat voor de usr voordragen.
Ander kiesstelsel
Het idee is voortgekomen uit de bètapartij. “We zijn juist ontstaan omdat we vonden dat bètastudenten ondervertegenwoordigd waren in de usr. De faculteiten met veel studenten, zoals rechten, economie en sociale wetenschappen, voerden vaak de boventoon”, zegt Khelifi. Ze denkt dat studenten ook meer betrokken zijn bij hun eigen faculteit en zo ook beter contact houden met ‘hun’ vertegenwoordiger in de USR.
Toch lijkt het erop dat het gebrek aan kandidaten niet alleen door het leenstelsel komt. De traditionele studentenorganisaties zoals de studentenbond SRVU en de Vuso varen zo te zien een ander koers. Goosensen zegt bijvoorbeeld dat de SRVU niet meer betrokken is bij het vinden van nieuwe kandidaten, gezien de opheffing van de SRVU-fractie. De SRVU en Vuso waren vorig jaar opmerkelijk genoeg afwezig bij acties rond de Nieuwe Universiteit. Daar werd het voortouw genomen door studenten die later onder meer het actiecafé de Verrekijker oprichtten.
Toch sterke raad
Goosensen en Khelifi gaan in ieder geval niet bij de pakken neerzitten en willen zich samen sterk maken voor een actieve studentenraad volgend jaar. Ze hopen ook dat zich spoedig een negende kandidaat meldt, zodat de raad voltallig van start kan.
Ze gaan 11 en 12 april de VU campus op om de studentenraad onder de aandacht te brengen. “We willen dan vooral aan studenten vragen wat zij belangrijke punten vinden om naar voren te brengen”, aldus Khelifi. Zelf vindt ze onder meer dat de communicatie van de opleidingen met de studenten beter kan, bijvoorbeeld door studieverenigingen in te schakelen bij de voorlichting. Die hebben vaak goed contact met studenten. Ook vindt ze het belangrijk dat studenten extra gewezen worden op mogelijkheden om zich buiten hun directe opleiding te ontplooien door bijvoorbeeld het volgen van een minor bij een andere faculteit en actief te worden in een studievereniging of studentenraad.
Meer democratie
Natuurlijk vindt Goosensen het jammer dat er geen verkiezingen voor de studentenraad zijn. Hij is tenslotte een warm voorstander van meer democratie. Zo pleitte hij onlangs in Advalvas nog voor een gekozen decaan als hoofd van de faculteit. Hij wil zich dan ook inzetten voor een sterkere studentenraad. “De usr moet een duidelijke eigen inbreng hebben, eigen plannen naar voren brengen en zelfverzekerd te werk gaan. De studentleden zitten er namelijk maar een jaar en moeten opboksen tegen de veel ervarener leden van het college van bestuur en ook wel tegen de leden van de ondernemingsraad. Die draaien vaak ook al jaren mee in het systeem. De huidige USR staat gelukkig al sterk in haar schoenen en ik hoop deze assertiviteit samen met de rest van de nieuwe USR voort te zetten.’’
Voor de volgende facultaire studentenraden zijn wel verkiezingen: economie, rechten, geneeskunde, sociale wetenschappen en exacte wetenschappen.