De VU maakt zichzelf veel te klein, vindt de nieuwe voorzitter van het college van bestuur, Jaap Winter. “We moeten echt ophouden met die houding van ‘wij zijn maar de VU aan de De Boelelaan’, want zo gaan we het gesprek met de UvA voortdurend in een staat van onbalans aan.”
Winter, die van de week aan de slag is gegaan aan de VU, stelde zich gisteren officieel voor tijdens de gezamenlijke vergadering van de ondernemingsraad, de universitaire studentenraad en het college van bestuur. Hij komt van de UvA, waar hij hoogleraar Internationaal Ondernemingsrecht is (en ook parttime blijft).
Oliebollen van de De Boelelaan
“De UvA heeft meer natuurlijke flair”, zei Winter. “Laten wij ons ook een beetje flair aanmeten.” Winter heeft vorige week tijdens het Gala van de Wetenschap geluisterd naar Harmen Verbruggen, decaan van de economische faculteit van de VU, die sprak van de ‘oliebollen van de De Boelelaan’.
Verbruggen bedoelde dat satirisch, juist om net als Winter het minderwaardigheidscomplex van de VU aan de kaak te stellen, maar Winter vindt toch dat VU-medewerkers en -studenten moeten stoppen in dergelijke bewoordingen over zichzelf te praten. “Als het over de VU en de UvA gaat, moeten we de verschillen tussen die universiteiten niet te groot maken. Onze doelstellingen zijn hetzelfde, en”, onthulde de voorzitter, “zo goed is de UvA nou ook weer niet.”
Raad van Toezicht moet beter betrokken worden
De VU heeft volgens Winter meer zelfvertrouwen nodig. “Voldoende om te kunnen erkennen dat we soms ook iets niet goed doen. We moeten met iets meer lef de wereld in, met een houding van ‘hier staan we voor’.”
Winter, die deel uitmaakte van de commissie Tabaksblat, die een gedragscode voor bestuurders, commissarissen en aandeelhouders ontwierp, vindt dat de Raad van Toezicht aan de VU beter moet worden betrokken bij het dagelijkse bestuur. “De Raad van Toezicht moet niet even haar goedkeuring geven aan wat wij doen, maar een echt tegenwicht vormen”, aldus Winter. “Daarvoor moet ze beter geïnformeerd zijn en weten wat er speelt. Ik zal haar als voorzitter dan ook graag opzoeken om haar volledig te betrekken.”
Afstand tussen bestuur en werkvloer moet kleiner
Ook de afstand tussen het bestuur en de werkvloer moet kleiner, vindt de voorzitter. Hij wil die afstand gaan verkleinen, zei hij, zo erkennend dat de kloof de afgelopen jaren was vergroot, zoals een ondernemingsraadslid suggereerde. “Belangrijk daarbij is dat het college weer terug is op de universiteitscampus”, aldus Winter, en: “Ik zal er zijn.”
Over de kwaliteit van het onderwijs en de mislukte proefaudit voor de kwaliteitszorg van het onderwijs zei Winter: “In onze ijver om het goed te doen verliezen we ons soms in procedures om de kwaliteit vast te stellen in plaats van die daadwerkelijk te leveren, daarin zijn we waarschijnlijk doorgeschoten.” Oorzaak is volgens hem de manier waarop universiteiten zich aan samenleving en overheid moeten verantwoorden en waarbij de nadruk vooral ligt op het meten van activiteiten in plaats van die activiteiten zelf.
Bezuinigingen doorzetten
Als de ondernemingsraad hoopte dat met de komst van Winter misschien ook de mogelijkheid weer openlag dat de rigoureuze bezuinigingsplannen zouden worden “getemporiseerd”, dan werd die hoop door Winter weer de kop ingedrukt. “Als we nu die bezuinigingen niet doorzetten, hebben we over vijf jaar een nog veel minder prettig gesprek”, zei hij.