Het waren denigrerende uitspraken over studenten en docenten, vindt SP-Kamerlid Jasper van Dijk. Maar minister Bussemaker neemt er geen woord van terug.
“Ik las een boos stuk van de SP”, zei Bussemaker onlangs in een interview met het Hoger Onderwijs Persbureau. “Die wil dat studenten het college van bestuur gaan kiezen. Als je nou echt instellingen snel om zeep wil helpen, moet je dat doen.”
Cleese en Snowden
Van Dijk reageerde als door een wesp gestoken en stelde schriftelijke vragen. Zouden zulke verkiezingen een onderwijsinstelling echt om zeep helpen? Kan de minister daar voorbeelden van geven? Zijn haar uitspraken niet arrogant?
Bussemaker: “In Schotland is geëxperimenteerd met een volledig vrij verkiezingsproces, met als gevolg dat John Cleese en Edward Snowden er werden benoemd tot rector. Cleese en Snowden hebben allebei hun kwaliteiten maar die liggen niet op het vlak van universiteitsbestuur.”
Feitelijke constatering
En waarop baseerde de minister haar stelling dat de protesten aan de Universiteit van Amsterdam – wekenlang werd het Maagdenhuis bezet – in een groot deel van het land helemaal geen weerklank vonden?
“Dat is een feitelijke constatering”, antwoordt Bussemaker droogjes. “Namelijk dat de protesten zoals we die in Amsterdam bij de UvA hebben gezien, nergens anders in het land in die mate van intensiteit hebben plaatsgevonden.”
Geluiden uit de samenleving
Van Dijk vuurde nog meer vragen op haar af. Bussemaker had in het interview gezegd dat ze niets in haar beleid heeft aangepast door de protesten. “Wilt u graag herinnerd worden als een ‘iron lady’ die doof bleef voor geluiden uit de samenleving?”, schamperde het SP-Kamerlid.
Bussemaker gaat daar niet op in en wijst alleen op haar tour langs universiteiten en hogescholen. Toen sprak ze met “vele honderden studenten en docenten”. Of ze bereid is haar denigrerende uitspraken in te trekken? Daar wil ze niet eens ja of nee op zeggen.