Om hoge studieschulden te voorkomen gaan sommige studenten geen masteropleiding meer doen, waarschuwen vakbonden LSVb en FNV Young & United. Maar klopt dat wel?
Het persbericht is kort en bondig. Er is een forse daling van het aantal masterstudenten, zeggen de Landelijke Studentenvakbond en vakbond FNV Young & United. Ze geven het nieuwe leenstelsel de schuld en vragen aandacht voor de studentenstaking van 3 juni.
Wat is volgens hen het nieuws?
“Deze ochtend maakte het CBS bekend dat een jaar voor de invoering van het leenstelsel nog zo’n 85% van de studenten een master deed, terwijl dat percentage nu gedaald is naar 70%”, stellen de twee vakbonden in hun persbericht. Ze maken zich grote zorgen dat studenten een masteropleiding “vermijden” om studieschulden te voorkomen.
Wat meldt het CBS?
Het statistiekbureau meldt iets anders. Het kijkt of het leenstelsel impact heeft op bijvoorbeeld het studietempo. Dat ligt ongeveer op hetzelfde peil als voorheen, is een van de opvallende conclusies.
Voor de tabellen over de instroom van de master kozen de onderzoekers een heel specifieke groep: studenten die in drie jaar tijd hun wo-bachelor hebben behaald en meteen doorstromen naar een master. Dus iedereen met een beetje vertraging valt erbuiten, net als iedereen die een tussenjaar neemt.
En wat kwam daaruit?
Van die specifieke groep snelle studenten ging in 2010 zo’n 78 procent meteen door naar een masteropleiding. Dat nam in latere lichtingen toe tot 85 procent in 2014. De invoering van het leenstelsel lijkt een trendbreuk. Sinds 2015 daalt dit percentage tot 70 procent in de lichting van 2018.
Maar gaan die studenten helemaal niet meer doorstuderen?
Dat is de vraag. Cijfers van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) laten iets anders zien. Het tussenjaar is populair geworden en de directe doorstroom naar de master nam af. Die trend was al voor 2015 zichtbaar.
Wat zijn de DUO-cijfers?
Door de jaren heen nam zo’n vier, vijf of zes procent van de bachelorstudenten een jaartje pauze voordat ze aan hun master begonnen. In 2014 was dat zelfs 7,6 procent. Na invoering van het nieuwe leenstelsel neemt dit met een sprongetje toe: rond de tien procent van de afgestudeerde bachelors begint pas een jaar later aan de master.
© HOP. Bron: DUO.
En nemen studenten ook weleens twee jaar pauze?
Dat neemt ook toe, blijkt uit deze DUO-cijfers, maar gebeurt minder vaak: 0,7 procent in 2006 en 1,7 procent in 2016. De instroom na twee jaar pauze is heel klein.
Waarom zou de directe instroom in de master dalen?
Dat kan allerlei redenen hebben. Misschien willen bachelors liever even goed nadenken voordat ze hun vervolgopleiding kiezen. Steeds meer masteropleidingen selecteren bovendien hun studenten en wellicht leidt een afwijzing tot een jaartje bezinning. Of studenten gaan vaker een master in het buitenland doen. Daar houdt DUO geen cijfers over bij.
Komt het dan niet door het verlies van de basisbeurs?
Als studenten daar hun keuze van lieten afhangen, zou je verwachten dat studenten in 2014 juist vaker direct na hun bachelor aan hun master zouden beginnen. Een ‘boeggolf’ vlak voor het nieuwe leenstelsel werd ingevoerd. Maar nee, de daling was toen al ingezet.
Kortom?
We weten niet of de masterinstroom in latere jaren bijtrekt en ook niet of de trend versterkt wordt door het leenstelsel. Hoe dan ook was het patroon al zichtbaar voordat de basisbeurs werd afgeschaft.
Wat vindt de LSVb hiervan?
Voorzitter Lyle Muns heeft zich gebaseerd op een nieuwsbericht van de NOS, zegt hij. In dat nieuwsbericht staat inderdaad iets anders dan het CBS heeft gemeld.