Het ideaal is nog niet bereikt, maar steeds meer publicaties van Nederlandse wetenschappers zijn voor iedereen gratis te lezen. “De belangen zijn groot”, zegt collegevoorzitter Jaap Winter van de Vrije Universiteit.
Winter leidt de onderhandelingen met wetenschappelijke uitgevers namens de Nederlandse universiteiten. Het doel: alle Nederlandse publicaties die met publiek geld zijn gefinancierd, moeten voortaan in open access verschijnen. Dat wil zeggen, iedereen moet ze kunnen lezen zonder ervoor te betalen. In 2020 zou het zover moeten zijn.
Het idee is dat universiteiten niet langer betalen voor een abonnement op een tijdschrift, maar voor het publiceren erin. Ze zijn er al een poos mee bezig. Ze melden successen in onderhandelingen met uitgevers, maar soms ketst er ook een deal af.
Hoe gaat het met de onderhandelingen?
“Ik schat dat dertig à veertig procent van alle Nederlandse publicaties nu in open access verschijnt. We hebben afspraken gemaakt met de meeste grote uitgevers. We richten ons vooral op de acht grootste. Dan hebben we ongeveer tachtig procent van alle Nederlandse publicaties te pakken. Met zes van hen hebben we nu afspraken over open access.”
En als ze niet willen?
“Dan is er geen deal. Met Oxford University Press lukte het bijvoorbeeld niet. Alles zou in hun voorstel veel duurder worden en dat is voor ons niet aanvaardbaar.”
Wat moeten wetenschappers dan als ze een artikel uit een Oxford-tijdschrift willen lezen?
“Je kunt die artikelen ook langs andere wegen verkrijgen. Dat hoeft niet per se illegaal te zijn. Je kunt de auteur om een kopie van het artikel vragen. Het is heel gewoon om dat dan toe te mailen. In hun eigen vakgebied kennen wetenschappers elkaar meestal ook goed.”
“En er zijn allerlei sites waarvan het inderdaad de vraag is hoe legaal ze zijn. Ik zou niet willen propageren dat wetenschappers daar gebruik van maken, maar het gebeurt nu wel. En als onze wetenschappers toch al toegang hebben, dan gaan wij niet meer betalen. Zo reëel zijn we wel.”
Wetenschappers willen graag publiceren in tijdschriften die goed zijn voor hun carrière. Vaak zijn dat geen open access-tijdschriften. Waar rekent u uw eigen VU-wetenschappers op af?
“Ik vind dat woordgebruik al verkeerd: afrekenen. Wij willen weg van het idee dat publicaties in high impact journals zaligmakend zijn. Je zou ook moeten kijken of publicaties zinvol zijn voor de samenleving. Daar zoeken we nu naar: hoe kun je daar zicht op krijgen? We zien nu al dat artikelen in open access meer worden aangeklikt en meer exposure krijgen.”
Ligt het alleen aan uitgevers dat de omslag naar open access zo lang duurt?
“Nee. Als wetenschappers alleen nog maar willen publiceren in gratis toegankelijke tijdschriften of als wetenschapsfinanciers allemaal open access eisen, dan komt de omslag er snel.”
Hoe hebben de wetenschappelijke uitgevers ooit zo’n sleutelpositie kunnen krijgen?
“De wetenschap heeft het publiceren ooit uit handen gegeven, omdat uitgevers in staat waren om tijdschriften over de hele wereld te verspreiden. We zijn dus afhankelijk geworden van het systeem van de uitgevers en blijven betalen om ons eigen onderzoek te verspreiden. Dat is in de moderne tijd van internet helemaal niet meer nodig. Je ziet ook steeds meer wetenschappers die denken: we doen het gewoon zelf.”
Wat kosten de abonnementen eigenlijk?
“Wij betalen in Nederland zo’n 43 miljoen euro aan abonnementen op wetenschappelijke tijdschriften. Wereldwijd gaat er zo’n zeven miljard euro in om.”
Hoe gaat zo’n onderhandeling, zit u altijd zelf aan tafel?
“Ik deel het werk met Koen Becking en Tim van der Hagen (collegevoorzitters van Tilburg University en TU Delft; red.). We nemen ieder een paar uitgevers voor onze rekening. We krijgen steun van universiteitenvereniging VSNU en van de universiteitsbibliotheken. Dan zitten we met drie, vier, vijf personen aan de onderhandelingstafel. En de uitgevers ook.”
“De belangen zijn groot. Als iedereen in één keer de omslag zou maken, was het niet zo moeilijk. Het is vooral de overgang die het ingewikkeld maakt, die creëert ook onder de uitgevers winnaars en verliezers. Maar wij zitten relatief ontspannen aan tafel, want ons uitgangspunt is duidelijk. Wij willen een deal over open access zonder administratieve rompslomp en grote kostenstijgingen. We hebben geen geld om extra te betalen, dus dat gaat niet gebeuren.”
Voeren andere landen ook zulke onderhandelingen?
“Nederland loopt echt voorop. Andere landen kijken nieuwsgierig toe. Maar Duitsland neemt ook grote stappen. Daar zijn de onderhandelingen met uitgeverij Elsevier gestrand. Zestig universiteiten hebben er geen toegang meer tot de Elsevier-bladen. Daar komen eind dit jaar nog tweehonderd universiteiten bij. Ook bijvoorbeeld Finland en Noorwegen zijn deze weg van onderhandelingen ingeslagen. Zij putten moed uit onze ervaringen.”