Een promovendus van de Wageningen Universiteit heeft de wetenschappelijke integriteit geschonden door onderzoeksgegevens te manipuleren. Dat concludeert het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI).
Drie medewerkers van Wageningen Universiteit stapten naar de Commissie wetenschappelijke integriteit (CWI) van hun instelling omdat ze vermoedden dat een promovendus rommelde met data in vier publicaties en zijn proefschrift. Hij zou gegevens hebben gefabriceerd en vervalst om zijn onderzoeksresultaten beter uit de verf te laten komen.
De CWI oordeelde na onderzoek dat er in het proefschrift “structureel is gemanipuleerd met kwantitatieve data” en dat er “waar geen data beschikbaar waren, data zijn verzonnen”. Bij twee publicaties is de wetenschappelijke integriteit niet geschonden, bij de andere twee was dat niet duidelijk. Het universiteitsbestuur bestempelde de kwestie vervolgens als “ernstige schending van de wetenschappelijk integriteit”.
Niet met opzet
De promovendus was het daar niet mee eens en ging in beroep bij het LOWI. Hij heeft naar eigen zeggen nooit opzettelijk data gemanipuleerd en benadrukt dat zijn werk “extreem gecompliceerd” is. Het is volgens hem niet vreemd dat er bij het handmatig invoeren van 60 duizend gegevens fouten insluipen. Ook wijst hij erop dat zijn soms honderd jaar oude bronnen van “bijzonder slechte kwaliteit” waren en inconsequenties bevatten. “Dergelijk omstandigheden vergen afwegingen bij het invoeren van data.” Maar volgens de drie betrokken medewerkers is er niets ongewoons aan zijn onderzoek. “Hij overdrijft de complexiteit.”
In een schriftelijke verklaring gaf de promovendus toe dat hij een “systematische fout” heeft gemaakt bij het beoordelen van de bronnen. “Misschien heb ik weleens data genegeerd of juist andere informatie benadrukt die mijn hypothese bevestigde.” Later stelde hij dat hij tijdens het schrijven onder druk stond.
Voldoende bewijs
Maar volgens het LOWI was er niets mis met zijn gemoedstoestand. Bovendien heeft de promovendus tijdens een hoorzitting ook gezegd dat hij niet opzettelijk met data heeft gesjoemeld, maar dat hij werd gedreven door zijn verwachtingen en onervarenheid. Ook gaf hij toe dat vijf tot tien procent van de data in zijn proefschrift gemanipuleerd kan zijn.
Er is dus voldoende bewijs dat de promovendus onderzoeksgegevens heeft gesjoemeld, oordeelt het LOWI. Maar de kwalificatie “ernstige” schending van de wetenschappelijk integriteit gaat te ver. Die komt bovendien niet eens voor in de landelijke gedragscode. Het LOWI adviseert het universiteitsbestuur om dat aan te passen.
Artikelen intrekken
Volgens nieuwssite Resource willen medeauteurs van de promovendus dat de wetenschappelijke artikelen waaraan zij hebben meegewerkt, worden ingetrokken. “Zij hebben gevraagd om intrekking bij de betreffende tijdschriften en die aanvraag loopt nog. Ze moeten dan bewijzen waarom de artikelen niet deugen”, zegt een woordvoerder van de universiteit tegen Resource.
De examencommissie en het universiteitsbestuur beraden zich over de vraag of de promovendus zijn doctorsgraad moet inleveren. Dwingen kunnen ze hem niet, want de wet biedt daartoe geen mogelijkheden.