Universiteiten moeten er samen voor zorgen dat kleine talenopleidingen in Nederland behouden blijven. Studentvertegenwoordigers bij zes letterenfaculteiten willen dat koepelorganisatie VSNU die taak op zich neemt.
Fins en Hongaars
Kleine talenopleidingen verkeren door bezuinigingen en lage instroom in zwaar weer. Eind november maakte de Rijksuniversiteit Groningen bekend dat ze stopt met de laatste bachelorstudies Fins en Hongaars in Nederland en de Universiteit Utrecht wil de laatste opleiding Portugees opheffen. Instellingen hopen veel andere Europese talen te redden door ze op te nemen in brede bachelors.
Zorgwekkend, schrijven de studenten in een open brief aan VSNU-voorzitter Karl Dittrich. Langs de ‘bètameetlat’ is het nut van talenopleidingen volgens de studenten misschien moeilijk te meten, maar ze zijn zeer relevant voor de voor Nederland belangrijke internationale handel en samenwerking.
Convenant kleine letteren
In 2000 en 2003 zijn daarom door universiteiten afspraken gemaakt over de kleine Europese talen. Hierin stond onder meer dat een lage studenteninstroom geen reden mag zijn om een opleiding op te heffen.
“Het lijkt er echter op dat dit convenant, mede door de recente ‘profileringsdrang’, in een donkere la is verdwenen.” De brief roept Dittrich daarom op om het ‘Convenant kleine letteren’ zo snel mogelijk te vernieuwen. “Wij zien hier een mooie taak weggelegd voor de VSNU, die er als overkoepelend orgaan voor kan zorgen dat universiteiten hun profilering op elkaar afstemmen.”