Onderwijs over gezonde en duurzame voeding moet verplicht worden op de basisschool, vindt de Alliantie Voedselonderwijs, die in september is opgericht. Er worden nu handtekeningen verzameld om de overheid ervan te doordringen. Hoogleraar voeding en gezondheid Jaap Seidell is een van de initiatiefnemers.
Waarom moeten kinderen op school over voedsel leren?
“Burgers hebben weinig kennis over gezonde voeding. Slechts één procent van de kinderen eet voldoende groente, drie procent eet voldoende fruit en ze eten te weinig vis. Bovendien drinken ze te veel suikerhoudende dranken. De overheid vindt dat burgers zelf gezonder moeten gaan eten, maar als je niet weet wat gezonde voeding is en hoe je ermee omgaat, heb je eigenlijk geen keus.”
Maar als een kind op school leert hoe het moet en bij thuiskomst weer een bord gebakken aardappeltjes met appelmoes krijgt, dan heeft het toch niks aan die kennis?
“Als kinderen thuis ongezond eten én niks leren over gezonde voeding, gebeurt er helemaal niks. Natuurlijk moeten we de ouders er ook bij betrekken. Die kunnen bijvoorbeeld meehelpen bij het schooltuinwerk. Maar kinderen kunnen heus wel invloed uitoefenen op het huishouden. En 12- of 13-jarigen kopen al een groot deel van hun voedsel zelf, in de pauzes en na school. Pubers staan misschien niet bekend om hun langetermijndenken, maar zolang je niet belerend zegt dat ze het verkeerd doen, zijn ze echt wel geïnteresseerd in gezonde en duurzame voeding.”
Wilt u hiermee kinderobesitas aanpakken?
“Dat is niet het doel van dit initiatief. Het is bedoeld om de overheid te overtuigen om voedselonderwijs verplicht te stellen. Dat is het nu niet en ook in de nieuwe plannen wordt dat het niet. De ene school doet er nu wel wat aan, met kooklessen, boerderijwerk of schooltuinen, en de andere niet. Je moet maar net geluk hebben dat zo’n school bij jou in de buurt staat. En juist in de achterstandswijken, waar kinderen vaak ongezonder eten, integreren de scholen het niet in het lesprogramma. De ongelijkheid tussen de kinderen wordt dan alleen maar groter.”
Die scholen hebben het misschien te druk met taalachterstanden wegwerken en aparte aandacht voor kinderen met gedragsproblemen?
“Precies. En daarom is het juist zo belangrijk dat het verplicht gesteld wordt.”
Maar wat moet er dan uit het curriculum?
“Er hoeft niks uit. Er zijn nu al vierduizend scholen die de smaaklessen van kok Pierre Wind succesvol hebben opgenomen in het lesprogramma. Dat is niet ten koste gegaan van andere vakken. Bovendien kun je in veel bestaande vakken ook voedingseducatie stoppen. Bij aardrijkskunde kan het gaan over het verbouwen van groente, bij biologie over gezond eten, bij geschiedenis over hoe men vroeger rechtstreeks van het land at. Het kan zelfs in de taal- en rekenlessen. In de schooltuin kun je rekenopdrachten geven: hoeveel vierkante meter is dit stuk grond, hoeveel plantjes kunnen erop, hoeveel water moet je ze geven?”
De diesredenaar van gisteren, Jacqueline Broerse, pleitte ervoor dat wetenschappers met alle belanghebbenden van hun studies om de tafel gaan, zodat degenen die wat aan de resultaten kunnen hebben ook zelf meedenken over wat er moet gebeuren. Zitten jullie met kinderen en ouders zelf aan tafel?
“Jazeker, dat doen we al jaren. En we moeten ook samen met de scholen kijken hoe ze het voedselonderwijs het beste kunnen integreren. Op steeds meer scholen eten ze een maaltijd samen. Daar kun je ook educatie aan koppelen, dat ze tijdens het eten wat vertellen over voedsel. Ze kunnen hun traktatiebeleid aanpassen, wat kinderen tussen de lessen mogen drinken, wat ze eten bij de lunch. En het schoolreisje kan ook een keer gaan naar een boerderij.”