De open dagen van universiteiten en hogescholen trekken veel belangstelling. De plannen van Onderwijsminister Bussemaker lijken voor een golfje aan eerstejaars te gaan zorgen.
Volgens de Universiteit Utrecht bereikte het aantal bezoekers een “recordhoogte” en ook bij de Vrije Universiteit en de Universiteit Twente was het “extreem druk”. De scholieren voor de VU-bachelorvoorlichtingsdag op 9 maart pasten niet eens in het hoofdgebouw. Een aantal werd verwezen naar het Wis- & Natuurkundegebouw.
Als alles volgens plan verloopt, zijn de scholieren die dit jaar slagen de laatste die nog een basisbeurs krijgen tijdens hun studie. Vanaf 2014 is het uit met de pret: dan wil Onderwijsminister Bussemaker een leenstelsel invoeren. Veel scholieren zien daarom af van een tussenjaar: als examenkandidaten niet meteen gaan studeren lopen ze duizenden euro’s mis.
Er komen dus tijdelijk meer studenten aan. Maar scholieren worden ook eerder gedwongen een keuze te maken. In voorgaande jaren konden ze nog in mei of juni naar de open dagen. Nu moeten ze zich tegen die tijd vaak al hebben ingeschreven, dus komen ze ook eerder kijken.
Vóór 1 mei inschrijven
Veel instellingen lopen namelijk vooruit op een wet die vanaf 2014 geldt. Aspirant-studenten moeten zich vanaf dat moment vóór 1 mei inschrijven en meedoen aan ‘matchingsactiviteiten’. Doen ze dat niet, dan kunnen ze door de opleiding geweigerd worden.
De drukte van de open dagen is ook zichtbaar in het aantal scholieren dat zich al heeft aangemeld bij een studie. De universiteiten hebben zeventien procent meer vooraanmeldingen dan vorig jaar om deze tijd en bij hogescholen is dat tien procent.
Er zit overigens veel ruis in deze vooraanmeldingscijfers. Studenten die zich voor meerdere opleidingen hebben ingeschreven zijn bijvoorbeeld niet uit de cijfers gefilterd. Er zijn bovendien altijd studiekiezers die zich terugtrekken, bijvoorbeeld omdat ze zakken of worden uitgeloot. Hoe groot de groei echt wordt, blijft afwachten.