Diederik Kuster van de afdeling Fysiologie/Amsterdam UMC onderzoekt hoe een vergroot hart ontstaat. Hij doet dat onder meer door muizen op een ongezond dieet te zetten en dan te kijken hoe het hart zich ontwikkelt. Dat moet toch ook met minder proefdieren kunnen, dacht hij.
Daarom meldde hij zich aan voor de Helpathon, een evenement dat de afgelopen drie jaar werd georganiseerd door het TPI Helpathon-team met onder anderen Sue Gibbs, hoogleraar moleculaire celbiologie en immunologie, Amsterdam UMC en pionier op het gebied van proefdiervrij onderzoek. Zo’n dertig vrijwilligers met verschillende expertises binnen de wetenschap denken online en offline mee hoe onderzoekers met minder proefdieren toekunnen.
Transitiebureau Meneer de Leeuw faciliteerde de Helpathon, het verzorgde de organisatie en presentatie.
Oud-sporters met vergrote harten
Een vergroot hart, hypertrofe cardiomyopathie, is een combinatie van een genetische mutatie en omgevingsfactoren. Het ontstaat vaak in combinatie met obesitas. De behandeling die momenteel voorhanden is, is symptoombestrijding: patiënten krijgen medicijnen om het hart minder hard te doen kloppen en beter te laten functioneren, maar de groei stoppen of terugdraaien is niet mogelijk.
Ook (top)sporters hebben vaak een vergroot hart. Dat is gelukkig meestal geen probleem. Bij verreweg de meeste oud-sporters wordt het hart weer kleiner als ze minder gaan sporten. Bij sommigen niet. De Argentijnse voetballer Diego Maradona, die vorig jaar aan een hartaanval overleed, was daar een voorbeeld van.
De vrijwilligers dachten met Kuster mee en kwamen met verschillende oplossingen, waarvan de leukste: richt je onderzoek op de Maradona’s van deze wereld. Ga op zoek naar databestanden van oud-sporters met vergrote harten. En kijk of je met data-onderzoek kunt achterhalen wanneer de groep die aanleg heeft voor een vergroot hart dit wel of niet ontwikkelt; en wat de verschillen zijn tussen degenen die hier wel en geen last van krijgen.
Chip met bloedvaatjes
Een andere onderzoeker die wil kijken of zijn onderzoek zonder of met minder proefdieren kan is internist Rick Meijer van Radboudumc, Nijmegen. Hij bestudeert de kleine bloedvaatjes die door al onze weefsels lopen. Bij gezonde mensen verwijden die vaatjes onder invloed van insuline, zodat er meer bloed en voedingsstoffen doorheen kunnen. Bij mensen met diabetes-type 2 werkt die verwijding vaak niet goed meer. De stof isovaleriaanzuur speelt een cruciale rol bij de uitzetting. Meijer wil onderzoeken of het bij muizen die op een dieet met een hoog vetgehalte zitten, helpt om isovaleriaanzuur in het dieet te verminderen. De volgende stap is om te kijken of dit ook bij mensen zou werken. En de vraag is of die stap met de proefdieren vervangen kan worden door proefdierloos onderzoek.
‘Draai je onderzoekscyclus om’
Ook over deze vraag hebben de deskundigen meegedacht. Een van de oplossingen waar ze mee komen: een chip met daarop bloedvaatjes, spier-, lever- en/of darmcellen, waarmee je kunt onderzoeken wat isovaleriaanzuur nou eigenlijk precies doet met een bloedvat.
Nog een oplossing: de onderzoekscyclus omdraaien, beginnen bij patiëntendata en van daaruit kijken of je verschillen kunt ontdekken in de werking van isovaleriaanzuur en een verklaring kunt vinden voor deze verschillen in genen of omgevingsfactoren.
Ook zijn beide onderzoekers uitgenodigd om lid te worden van het hDMT-consortium (human Disease Model Technologies), een netwerk van experts die onderzoek doen naar het modelleren van ziekten zonder proefdieren te gebruiken.
Geen competitie
Kuster en Meijer zijn positief verrast door de coöperatieve sfeer bij de Helpathon. “Er is veel competitie in de wetenschap. Hier helemaal niet”, zegt Kuster. “Het is prettig om eens met een andere groep mensen over je onderzoek na te denken.”
Meijer: “Het is interessant hoe deze mensen naar mijn onderzoeksvragen kijken vanuit andere invalshoeken.”
Beiden gaan de ideeën zeker meenemen in hun onderzoek. Of dat voortaan helemaal zonder proefdieren kan? “Daar streven we wel naar, maar de alternatieve modellen kunnen nog niet alle complexiteit van een levend organisme simuleren”, stelt Meijer. Wel denkt hij dat de oplossingen die in de Helpathon zijn aangedragen, hem helpen om op onderdelen minder proefdieren te gebruiken.