Het Platform Talenstudies wil voorkomen dat de kleinste talenopleidingen slachtoffer worden van profilerings- en prestatieafspraken van Nederlandse Universiteiten.
In september is in Nederland de allerlaatste student aan een opleiding Fins begonnen. Ook voor de studies Portugees en Hongaars moeten studenten straks naar het buitenland. De overheid wil graag dat universiteiten zich profileren met hun sterke kanten en kleine opleidingen samenvoegen.
Weinig studenten en prestige
“Maar geen enkele universiteit profileert zich op geesteswetenschappen, omdat dit weinig studenten en prestige oplevert,” zegt studente Esther Crabbendam, die de petitie opstelde.
Met de opleidingen verdwijnt volgens haar ook het onderzoeksgebied. Sommige universiteiten proberen dit op te lossen door bredere bachelors aan te bieden waarbinnen studenten één taal kunnen kiezen.
“Maar ook dan moet je oppassen”, waarschuwt Crabbendam. “In Groningen is de opleiding Hongaars eerst meegenomen in een brede bachelor, en heeft de faculteit de taal een jaar later toch wegbezuinigd. Dat gaat dan ook makkelijker omdat het niet meer om een volledige opleiding gaat. Dat moet landelijk in de gaten gehouden worden.”
Witte vlekken in de wetenschap
Dat vindt de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen ook. De KNAW kwam begin dit jaar met een rapport waarin zorgen werden geuit over het profileringsbeleid. De Akademie waarschuwt voor het verdwijnen van moderne talen omdat er dan ‘witte vlekken’ in de wetenschap ontstaan.
Daarmee zouden de geesteswetenschappen langzaam afkalven. “De beslissingen worden allemaal lokaal genomen, zonder dat iemand het landelijk belang in het oog houdt.”
Decanen nemen fel afstand
De decanen van de letterenfaculteiten namen in een brief fel afstand van het rapport. Deze zou een “onjuist en ongeïnformeerd beeld geven over de feitelijke stand van zaken”. Volgens de decanen is er absoluut geen sprake van afkalving van de geesteswetenschappen.
Crabbendam vindt dat de decanen hun verantwoordelijkheid niet nemen en de ernst van de situatie niet inzien. “Zij besluiten één opleiding af te schaffen, maar realiseren zich niet dat dit voor heel Nederland een verlies is. Er wordt niet overlegd wie welke opleiding aanbiedt. Niemand heeft het overzicht.”
Meer geld van de minister
Onderwijsminister Bussemaker begrijpt de zorgen van het platform. Hoewel ze vindt dat opleidingen met nauwelijks studenten uiteindelijk geen bestaansrecht hebben, heeft ze de decanen in april om een nieuw sectorplan gevraagd waarin ze hun beleid zo goed mogelijk afstemmen. Dat is precies wat het platform wil, maar de decanen eisen dan wel meer geld van de minister.
Het platform hoopt de decanen op andere gedachten te brengen. Tot dusver hebben zo’n vierhonderd mensen de petitie ondertekend.