Internationaliseringsorganisatie Nuffic krijgt de komende twee jaar ruim twee miljoen euro extra. “We willen laten zien dat we dat geld goed kunnen gebruiken”, zegt algemeen directeur Freddy Weima.
Maandag werd bekend dat oppositiepartij D66 veertig miljoen euro aan het onderwijs mag besteden. Dat was afgesproken in de onderhandelingen tussen regeringsfracties VVD en PvdA met oppositiepartijen ChristenUnie, SGP en D66.
Dertig procent bezuinigen
Ook Nuffic krijgt een extraatje: één miljoen in 2015 en nog een miljoen in 2016. Dat verzacht de pijn van de bezuinigingen die Nuffic onder dit kabinet moest incasseren.
In enkele strategische buitenlanden heeft Nuffic kantoren die het Nederlandse hoger onderwijs onder de aandacht brengen: Netherlands Education Support Offices. Een paar jaar eerder was onderwijsminister Ronald Plasterk nog zo tevreden over deze onderwijsambassades dat hij er juist meer geld voor overhad, maar het huidige kabinet maakte een andere afweging. De Neso’s moesten dertig procent bezuinigen: 1,9 miljoen euro per jaar.
Kantoren sluiten
Nuffic besloot kantoren te sluiten in Thailand, Vietnam en Taipei. Dat besluit wordt niet teruggedraaid, zegt Weima. De twee miljoen euro die de Neso’s nu krijgen, is immers tijdelijk. Hij wil het gebruiken om het Nederlandse onderwijs in opkomende landen te promoten.
“We willen onder meer de mogelijkheden in Zuid-Afrika bekijken”, zegt hij. “Daar zijn bijvoorbeeld de hogeschool Stenden en de Vrije Universiteit actief. Misschien kunnen we samen met hen iets doen.”
Kansen voor het beroepsonderwijs
Ook denkt hij aan uitbreiding van de bezigheden in China. Daar liggen ook kansen voor het beroepsonderwijs, meent hij. Hij zou het tijdelijke geld kunnen gebruiken om dat te onderzoeken. Verder verdwijnt in Turkije het Nederlands Instituut voor Hoger Onderwijs Ankara. Misschien kan Nuffic samen met de ambassade ervoor zorgen dat het Nederlandse hoger onderwijs in Turkije vertegenwoordigd blijft.
Bovendien zou hij wel eens willen kijken of er meer Nederlanders een studie kunnen volgen in landen als Brazilië, China en India. Dat gebeurt nu niet of nauwelijks, maar het onderwijs wordt er steeds beter en er zijn al samenwerkingsverbanden met Nederlandse onderwijsinstellingen. “Dat kan heel interessant zijn.”