Je eigen studietempo kiezen en betalen per studiepunt: een ruime meerderheid van de Tweede Kamer wil dat dit voor alle studenten mogelijk wordt. In het hoger onderwijs is een felle discussie losgebarsten. “Een bezopen plan.”
Waarom zou je voor een heel studiejaar betalen, als je maar een paar vakken kunt volgen? Zou het niet handiger zijn, dachten PvdA en VVD, als studenten in hun eigen tempo kunnen studeren?
Het idee werd eerst weggehoond (‘Straks wordt het onderwijs een soort afhaalrestaurant’) en toen omarmd (‘Toch wel handig voor medezeggenschappers, topsporters en mantelzorgers’).
Experiment
Er kwam een experiment, en dat loopt nog steeds. Tilburg University, de Universiteit van Amsterdam, de Hogeschool Utrecht en Hogeschool Windesheim deden meteen mee en afgelopen jaar kwam de Universiteit Utrecht erbij. Er is veel belangstelling voor de volgende ronde: twaalf nieuwe instellingen haken dan aan.
Ook een Kamermeerderheid is overtuigd, bleek dinsdagmiddag. Dankzij een aangenomen motie van de VVD en PvdA mag minister Van Engelshoven flexstuderen “zo snel als mogelijk wettelijk verankeren”.
Maar dat gaat de tegenstanders te snel. “Een bezopen plan”, twitterde bestuursvoorzitter Sander van den Eijnden van de Hogeschool Leiden. “Ik zou er nog eens goed over nadenken”, reageerde ook bestuurder Ron Bormans van de Hogeschool Rotterdam aan onder meer minister Van Engelshoven.
Vreemd
Kamerlid Dennis Wiersma (VVD) vindt die weerstand vreemd. “Het idee is dat alle studenten straks kunnen kiezen: betaal ik voor een heel jaar of betaal ik per studiepunt? Dat eerste is iets goedkoper, maar dat laatste kun je doen als je je opleiding wilt – of moet – combineren met iets anders, bijvoorbeeld een eigen bedrijf of mantelzorg.”
Natuurlijk zitten er haken en ogen aan. Neem alleen al de ict-systemen die DUO moet aanpassen. Misschien heeft het ook gevolgen voor de bekostiging van het hoger onderwijs, als veel studenten er gebruik van gaan maken. Maar juist daarom wil hij tempo maken en desnoods de eindevaluatie van het experiment vervroegen. “Je moet echt op tijd beginnen. Als je dat niet doet, valt er straks een gat als het experiment in 2023 afloopt.”
Onder studenten hebben er wel oren naar, blijkt bij Windesheim. De hogeschool vulde de afgelopen drie jaar 850 flexstudeerplekken en biedt er in september opnieuw 500 aan. “We hebben altijd meer belangstelling dan dat er plekken zijn”, zegt voorzitter Henk Hagoort. “Uiteindelijk moeten we loten.”
Trots
Hagoort ziet vooral voordelen. Hij geeft het voorbeeld van een student met een functiebeperking, die geen 60 punten per jaar kan halen en altijd het gevoel heeft dat hij tekortschiet. “Zo’n student zegt nu trots: ik heb afgesproken om 28 punten te halen en dat is gelukt. Ik heb gedaan wat ik van mezelf mocht verwachten.”
In het gewone systeem vallen zulke studenten uit, zegt Hagoort. Hij vindt het jammer dat mensen steeds over marktwerking en consumentisme beginnen als ze over flexstuderen praten. “Dat is helemaal niet wat het moet zijn.”
Maar het voorstel gaat verder, zeggen de tegenstanders. Waarom moeten alle studenten straks het recht krijgen om te kiezen voor betaling per studiepunt?
Dat gaat uitstelgedrag opleveren, zegt Sander van den Eijnden. De collegevoorzitter van de Hogeschool Leiden was vroeger voorzitter van de Open Universiteit en weet waarover hij praat. “Sommige studenten kunnen zo’n systeem wel aan. Maar de studenten die het al wat lastiger hebben, zullen de moeilijke modules voor zich uit gaan schuiven. Daardoor zal de studie-uitval juist toenemen.”
Cynisch
Het is ook maar de vraag of dit de beste oplossing is voor studenten die problemen hebben. “In plaats van zo’n mantelzorgstudent te helpen, zeggen we: koop maar gewoon wat minder studiepunten. Ik begrijp dat individuele studenten daarmee soms geholpen zijn, maar als oplossing voor de overbelasting vind ik het bijna cynisch. Je toont geen flexibiliteit, maar onverschilligheid.”
En hoe je het ook wendt of keert, zeggen de critici, dit systeem is wel een opmaat naar het vermarkten van het hoger onderwijs. Want als je studiepunten kunt kopen, kun je op den duur ook her en der, bij verschillende instellingen, vakken gaan sprokkelen.
“Het hoger onderwijs is geen product”, zegt Ron Bormans (Hogeschool Rotterdam). “Flexstuderen is uiteindelijk een vorm van consumentisme: u vraagt, wij draaien. Het is ontzettend belangrijk om rekening te houden met de wensen van studenten – dat moeten we zelfs beter doen dan nu – maar uiteindelijk moeten professionals bepalen hoe het onderwijs wordt aangeboden.”
Rode draad
Dit wetsvoorstel zoekt geen oplossing voor studenten, meent Bormans, maar gaat een principiële streep over. “Je kunt een opleiding niet zomaar uit elkaar trekken en opdelen in losstaande delen en vakjes. Een opleiding heeft een rode draad, een kern, een onderlinge samenhang.”
De twee landelijke studentenorganisaties zijn verdeeld. Het Interstedelijk Studenten Overleg is nog altijd verklaard voorstander en is blij dat de flexstudeermotie is aangenomen. “Het gaat om ruimte bieden aan studenten die dat nodig hebben”, zegt voorzitter Kees Gillesse.
Zo dacht studentenvakbond LSVb er tot voor kort ook over, maar nu is dat anders. Flexstuderen klinkt misschien fijn voor mantelzorgers of chronisch zieke studenten. “Maar is dit ook de beste manier om die studenten te helpen?”, vraagt voorzitter Alex Tess Rutten zich hardop af. “Voor ons is het echt afwachten wat de evaluatie brengt.”
Financiering
Ook het effect op het studieaanbod is nog ongewis. Gaan instellingen straks vooral vakken aanbieden waar ze meer aan kunnen verdienen, omdat meer studenten ze ‘kopen’? En moet de overheid de instellingen straks ook per studiepunt gaan financieren?
Wiersma (VVD) vindt dat een andere discussie. “Wij zijn op zich voorstander van modulair onderwijs, waarbij studenten kunnen kiezen hoe ze hun opleiding samenstellen. Maar dat is een ander onderwerp. Flexstuderen gaat alleen maar over het tempo waarin mensen studeren. Wij vragen deze studenten nu collegegeld te betalen voor onderwijs dat ze niet kunnen volgen, bijvoorbeeld omdat ze een bestuursjaar doen, omdat ze eigen bedrijf hebben of omdat ze mantelzorgen. Dat willen we veranderen.”