Het nieuws dat geesteswetenschappen aan de UvA drastisch moeten reorganiseren, sloeg vorige week in als een bom. Michel ter Hark, decaan geesteswetenschappen aan de VU, vindt het vooral vervelend vanwege het imago.
Hoe is het nieuws over de geesteswetenschappen van de UvA ontvangen op uw faculteit?
“We hadden wel het één en ander gehoord maar dat de nood zo groot was en dat het zo’n wending genomen heeft, daar zijn we behoorlijk van geschrokken.”
Wat betekent het voor de VU?
“Nou, allereerst is het schadelijk voor het algemene beeld, van ‘er is weer iets aan de hand bij geesteswetenschappen.’”
Terwijl geesteswetenschappen al zo’n negatieve pers krijgt.
“Precies. Accreditatieorganisatie NVAO heeft deze zomer al veel kapotgemaakt door de Volkskrant op te zoeken met het verhaal dat ze zoveel geesteswetenschappelijke opleidingen had afgekeurd, terwijl dat onder het nieuwe accreditatieregime alleen maar te verwachten viel. Een afgekeurde opleiding hoeft niet meer te sluiten, maar gaat een hersteltraject in. Logisch dat de drempel, om af te keuren, daardoor lager wordt.”
Eén van de scenario’s aan de UvA behelst het samenvoegen van kleine opleidingen tot brede bachelors. Dat lijkt erg veel op de VU-aanpak.
“Ik vind de term ‘brede bachelor’ een ongelukkige omdat het gebrek aan specialisatie suggereert. In de eerste plaats volgen studenten alleen in een deel van het eerste jaar, per bachelor, dezelfde vakken. In de tweede plaats kennen alle bachelors onderscheiden specialisatietrajecten.”
Maar het feit dat de UvA geesteswetenschappen naar VU-model wil inrichten, is dat in het kader van een inniger samenwerking, een fusie wellicht zelfs?
“Nee, de UvA doet dit geheel zelfstandig, maar samenwerken doen we al en willen we ook meer gaan doen, zoveel als mogelijk, op het gebied van bijvoorbeeld de onderzoeksmasters.”
De reorganisatie aan de UvA komt voort uit financiële noodzaak…
Dat is een groot verschil met de VU. Bij ons was de reorganisatie proactief, een weloverwogen keuze om kwalitatief goede opleidingen te bieden.”
Maar toch ook om meer studenten te trekken en dus meer geld binnen te halen?
“Natuurlijk, het heeft altijd met geld te maken en een opleiding die jaarlijks minder dan tien studenten trekt is niet levensvatbaar.”
De vraag zou toch niet moeten zijn hoeveel studenten een opleiding levensvatbaar maakt maar hoeveel afgestudeerden we nodig hebben?
De intrinsieke waarde van een opleiding, inderdaad. Iedereen vindt het erg als een kleine opleiding verdwijnt, maar de vraag blijft waar je het geld vandaan haalt om die te behouden. Wat je in elk geval níet moet doen, is een bachelor Tsjechisch aan de ene en een master Tsjechisch aan een andere universiteit.”
Toen de kleine talen aan de VU verdwenen, werd er gezegd: ‘die kun je nog aan de UvA studeren.’ Dat excuus gaat nu niet meer op.
“Duits en Frans zijn goedlopende bachelors aan de UvA, dus die zullen niet verdwijnen. Wat Tsjechisch, Hongaars en Pools betreft, er zijn een paar plekken in Nederland waar je dat kunt studeren. Geen enkele universiteit geeft graag iets op, maar zolang je een taal nog ergens kunt studeren, is er geen nood.”