Wetenschapper zijn, stopt nooit. Dus begeleidt emeritus hoogleraar Ype Poortinga (78) negen afstudeerders. Geheel vrijwillig.
Eigenlijk was het toeval dat Ype Poortinga, voormalig hoogleraar cross-cultural psychology aan Tilburg University, bij Sociale Wetenschappen terechtkwam. “Ik was op de VU voor het afscheid van een bekende toen ik met decaan Karen van Oudenhoven in gesprek kwam.” Na een verhuizing naar Bergen was het voor hem logistiek niet zo handig om nog in Tilburg te werken. Hoewel hij al meer dan vijftien jaar met pensioen is, komt hij nog graag op de universiteit.
Een waardevol mailadres
Ze kwamen tot een overeenkomst. Poortinga begeleidt afstudeerders. “In ruil daarvoor heb ik een pied-à-terre waar ik kan werken. En heel belangrijk: een universitair e-mailadres. Dat geeft me op de campus en thuis toegang tot wetenschappelijke literatuur. Anders zit er nog steeds veel achter een paywall. Voor recente artikelen moet ik dan fors betalen.” Al doet hij geen empirisch onderzoek meer, hij blijft graag bij de wetenschap betrokken. “Met de wetenschap ben je nooit klaar. Ik wil nog graag mijn steentje bijdragen. Al bestaat dat tegenwoordig meer uit beschouwingen en een enkele necrologie.”
Sprankelend
Het werken met de studenten geeft hem ook veel voldoening. “Het houdt mij jong, hoop ik. Ik moet er niet meer aan denken om hoorcollege te geven aan een groep onderuitgezakte eerstejaars. Maar deze mensen zijn erop gebrand om hun scriptie af te maken, ze hebben zelf voor het vak gekozen en een onderwerp gezocht. Dat heeft iets sprankelends.” Hij geeft toe dat zijn studenten en hij nog in de vrolijke beginfase zitten. “Als straks de scripties tegenvallen, en ik streng moet zijn en die berg bladzijden moet lezen, dat is het gewoon weer werk.”
Werkdruk
Poortinga werd aan de faculteit verwelkomd omdat hij helpt de werkdruk van de docenten iets te verlichten. “Hoewel, anders hadden negen stafleden er één student erbij gehad. Dat had hun nek vast niet gebroken.” Hij vindt het fijn dat hij op deze manier kan bijdragen, maar heeft ook een kritische noot: “Als de universiteit echt afhankelijk is van hulp van buiten, dan is er iets mis met het systeem.”
Stoppen
Ooit komt het moment dat Poortinga echt moet ophouden met dit werk. Hij merkt nu al dat werken en schrijven langzamer gaat. “Vooral omdat ik werkelijk elke naam moet opzoeken.” Hij hoopt dat zijn omgeving hem als het zover is, een beetje in bescherming neemt. “Je wordt nog langer voor lezingen gevraagd dan goed is voor het gehoor in de zaal.” Hij lacht: “Misschien had ik al moeten stoppen. Arme studenten.”