Voor een ‘leven lang ontwikkelen’ heeft het kabinet de komende jaren bijna 400 miljoen euro van het Nationaal Groeifonds uitgetrokken. Dat fonds is bestemd voor projecten die de economische veerkracht van Nederland moeten versterken.
Nu is het eerste geld verdeeld over enkele kleine en grote projecten op dit gebied. De kleine projecten krijgen maximaal 125 duizend euro, terwijl de grote tot twee miljoen euro kunnen ontvangen.
Ze richten zich niet alleen op de verbetering van het onderwijsaanbod in het algemeen. Een deel van de projecten is specifiek bedoeld voor nascholing en bijscholing op het gebied van de energie- en grondstoffentransitie.
“Geweldig”
Het stemt demissionair minister Robbert Dijkgraaf tevreden. “Het is geweldig om te zien dat deze projecten niet alleen mogelijkheden bieden om bij te leren en van carrière te veranderen, maar ook bij te dragen aan de transitie naar een duurzamere wereld.”
Drie universiteiten gaan hun aanbod voor een ‘leven lang ontwikkelen’ versterken. Dat zijn de TU Eindhoven, Vrije Universiteit Amsterdam en TU Delft. Verder mogen vijf mbo-instellingen met subsidie aan de slag.
De betrokken hogescholen op het gebied van duurzaamheid zijn de Haagse Hogeschool, Van Hall Larenstein, Avans, Saxion en de Hanzehogeschool Groningen. Voor het ontwikkelen van een goed aanbod voor een ‘leven lang ontwikkelen’ in het algemeen (dus voor allerlei soorten opleidingen) krijgen in totaal vier hogescholen geld. Het gaat om Aeres, Saxion, Inholland en wederom Van Hall Larenstein.
Eén bachelor, één master
De overheid wil nascholing graag stimuleren. Tegelijkertijd bekostigt zij in principe nog maar één bachelor en één master per student, waardoor de collegegelden voor deeltijders hoog kunnen oplopen. Dat heeft het publieke deeltijdonderwijs in het verleden bijna genekt. Nu is het aanbod van hogescholen vooral gericht op mbo’ers die willen doorstuderen.