Hoge kosten kunnen een belemmering vormen voor een studie in het buitenland, maar universiteiten en hogescholen maken het er ook niet makkelijker op, zegt Lisa Westerveld van GroenLinks.
Vorige week stond het onderwerp internationalisering op de agenda van minister Bussemaker en de Tweede Kamer. De overheid wil studenten meer motiveren om de grens over te gaan, maar voor veel studenten is dat erg duur.
Daarom pleitten studentenorganisaties LSVb, ISO en drie politieke partijen ervoor om het collegegeldkrediet te verhogen en studenten de mogelijkheid te geven het bedrag dat ze nodig hebben in één keer te lenen.
Barrières
Maar geld is niet het enige probleem, meent Lisa Westerveld, aspirant-Kamerlid voor GroenLinks en voormalig voorzitter van de Landelijke Studenten Vakbond. Ze sprak gisteren tijdens een bijeenkomst over internationalisering van de vereniging Nederlandse Wereldwijde Studenten. “Ook de instellingen zelf hebben de laatste jaren flink wat barrières opgeworpen.”
Ze wijst op de gebrekkige voorlichting die sommige hogescholen en universiteiten aan hun studenten geven. Of het starre curriculum, waarin een student pas naar het buitenland mag als hij al zijn vakken heeft gehaald. “Nominaal is normaal geworden. Maak het onderwijs flexibeler zodat de student zich ook kan ontwikkelen naast zijn studie.”
Buitenlandruimte
Daar sluit Julia Verheul van de Landelijke Studenten Vakbond zich bij aan. “Nog niet elke onderwijsinstelling heeft ruimte ingebouwd in het lesprogramma om het voor studenten mogelijk te maken een poos naar het buitenland te gaan.”
“Natuurlijk kan niet alles wettelijk geregeld worden”, stelt Verheul. “Maar de politiek kan best het signaal afgeven dat de vrije ruimte in onderwijsprogramma’s gewaarborgd moet worden om een verblijf in het buitenland mogelijk te maken.”