Hogescholen mogen snelle en flexibele deeltijdopleidingen aanbieden, vindt de Tweede Kamer, maar waarom zouden universiteiten dat ook moeten doen? De minister moet zijn wetsvoorstel waarschijnlijk aanpassen.
Waarom zou je alle vakken van een opleiding moeten volgen, als je bepaalde kennis en vaardigheden allang hebt verworven? De afgelopen jaren hebben hogescholen een experiment uitgevoerd met ‘leeruitkomsten’ in het deeltijdonderwijs.
In het experiment mochten studenten in principe zelf weten hoe ze het eindniveau (de ‘leeruitkomsten’) behaalden. Soms waren enkele vakken of practica verplicht, maar verder lagen het tempo en de route niet vast: als ze maar bij het eindpunt kwamen.
Vragen
Minister Dijkgraaf wil nu de mogelijkheid van zulke flexibele deeltijdopleidingen in de wet opnemen – meteen ook voor het universitaire onderwijs. Dat laatste ziet de Tweede Kamer niet zitten, blijkt uit een schriftelijke vragenronde.
Zelfs regeringspartij VVD, de meest enthousiaste voorstander van hbo-opleidingen op basis van ‘leeruitkomsten’, heeft bedenkingen voor hetzelfde systeem in het universitaire onderwijs. De universiteiten hebben niet aan het experiment meegedaan. Kunnen die zomaar aanhaken bij deze ontwikkeling?
Volgens het kabinet moet het kunnen. Er is immers geen bijzonder verschil tussen deeltijders in het hbo en wo. Er zouden zo’n achtduizend studenten belangstelling hebben voor zulke flexibele wo-opleidingen.
Niveau
Maar wordt het eindniveau van wetenschappelijk onderwijs niet wezenlijk anders getoetst dan dat van beroepsonderwijs? Of zoals de PvdA vraagt: maakt het geen verschil dat de universiteiten onderwijs en onderzoek verweven en dat de meeste wo-opleidingen niet op een specifiek beroep zijn gericht? Op zijn minst zou je eerst een nieuw experiment in het wo moet doen voordat je zulke flexibele wo-opleidingen in de wet verankert, vindt ook het CDA.
De SGP vraagt zich af of het allemaal wel nodig is. Sommige wo-studenten kunnen sowieso al vrijstellingen krijgen. Wat is dan het verschil met flexibel onderwijs? “Wat voegt dit bijvoorbeeld voor een student geschiedenis of filosofie toe aan de bestaande mogelijkheden voor erkenning en vrijstelling?”
Daar komt de vage vaststelling van het eindniveau bij, want wat is precies een leeruitkomst? Daar moeten examencommissie van opleidingen zich over gaan buigen en die krijgen dus een “ongelofelijk zware taak”, meent de PvdA, met alle risico’s van dien. Er kunnen grote verschillen ontstaan en is dat wenselijk?
Hbo
Voor het hbo hebben de meeste partijen er minder problemen mee, maar ze stellen wel een paar kritische vragen. Zo willen met name oppositiepartijen van minister Dijkgraaf horen dat zulke trajecten geen goed idee zijn voor voltijdopleidingen. Die moeten ook in de toekomst niet in aanmerking komen voor het werken met leeruitkomsten, vinden ze. Ze vrezen voor de samenhang van het curriculum en de sociale vorming van studenten.
De ChristenUnie snapt niet waarom het kabinet zo’n haast heeft. Het experiment was nog niet eens afgelopen. Het liep tot juni van dit jaar. Het wetsvoorstel is dus gebaseerd op een tussenevaluatie. Waarom zou je geen echte eindevaluatie doen, willen de christen-politici weten. Daar is ook wel aanleiding toe, want 18 procent van de deelnemers aan het experiment zou het anderen niet aanraden. “Kan de regering reageren op de relatief hoge ontevredenheid onder deelnemende studenten?”
De minister moet nog op de vragen antwoorden. Pas daarna volgt er een plenair debat.