Vanaf studiejaar 2024-2025 worden er minder basisartsen opgeleid en méér tandartsen, huisartsen en gezondheidszorgpsychologen. Ook wil het kabinet de studieduur van tandheelkundeopleidingen inkorten van zes naar vijf jaar.
De problemen in de eerstelijnszorg worden te groot, stelt het kabinet. Op advies van het Capaciteitsorgaan, dat bijhoudt of Nederland voldoende artsen telt, gaat het aantal bekostigde plaatsen bij geneeskundige vervolgopleidingen daarom flink omhoog.
De instroom bij de huisartsenopleidingen groeit in 2024 van 870 naar 954, en uiteindelijk naar 1.035 in 2026. Verder zullen er 965 nieuwe gezondheidszorgpsychologen worden opgeleid – 16 procent meer dan nu.
Te veel basisartsen
Het aantal basisartsen dat van de geneeskundeopleidingen komt en (nog) geen vervolgopleiding kan doen wordt daardoor kleiner, verwacht het kabinet. Het is inmiddels opgelopen naar ruim 7.500, oftewel 29 procent van het totale aantal basisartsen.
Om de groei verder af te remmen worden er vanaf 2024 ook minder nieuwe studenten geneeskunde toegelaten: 3.015 in plaats van de huidige 3.050.
Tandartsen
Het gebrek aan tandartsen baart het kabinet eveneens zorgen, zeker omdat er de komende jaren veel met pensioen gaan. Daarom gaat de instroom bij de opleidingen tandheelkunde op termijn fors omhoog van 259 naar ten minste 345.
Het geld dat daarmee is gemoeid denkt het kabinet terug te verdienen door de studieduur te verkorten van zes naar vijf jaar, “waarbij afgestudeerden nog steeds voldoen aan de geldende opleidingseisen”. Ook dit moet ervoor zorgen dat er meer tandartsen kunnen worden opgeleid voor hetzelfde geld.