De Nederlandse samenleving bestaat steeds meer uit minderheden zonder dat er nog een meerderheid is. Dat stelde hoogleraar veiligheid en burgerschap Hans Boutellier woendag 18 november bij de presentatie van zijn nieuwe boek in De Nieuwe Liefde. Die superdiversiteit, zoals hij het noemt, is het gevolg van de secularisering in de westerse wereld en van immigratie. In de drie grote steden van Nederland, Amsterdam, Rotterdam en Den Haag, is deze nieuwe samenleving al de realiteit.
Dat vraagt volgens Boutellier om een nieuwe kijk op het begrip integratie. Want als er geen meerderheid meer is, met wie moet je dan integreren? “Het gedeelde burgerschap is een gepasseerd station”, zei hij. Dat leidt in de politiek tot een pragmacratie. Het gaat niet meer over ideologieën, maar om werkbare oplossingen.
Geslaagd experiment
Toch ziet Boutellier de secularisering van Nederland als een geslaagd experiment. Sinds de leegloop van de kerken begon in de jaren zestig van de vorige eeuw, speelt religie steeds minder een rol in de organisatie van de samenleving. “En het is geen zooitje geworden. Al vanaf de verlichting was de angst dat een samenleving die niet door een religieuze moraal wordt beheerst, een puinhoop zou worden. Maar dat is dus niet gebeurd”, aldus Boutellier.
Hij stelde dat de pluriformiteit en diversiteit het grote succes is van de westerse democratieën. Maar die verscheidenheid veroorzaakt ook onbehagen. Veel mensen missen een gedeeld gemeenschapsgevoel.
Religie bestaat nog
Boutellier benadrukt dat religie helemaal niet verdwenen is uit de samenleving. Alleen dat ze een andere rol is gaan spelen. “Individueel geloven nog heel veel mensen, maar steeds minder in georganiseerd verband. Iedereen kiest zijn eigen god.” En secularisatie is een typisch verschijnsel in West-Europa, Canada, Nieuw Zeeland en Australië. Negentig procent van de wereldbevolking is nog steeds religieus. En dat stelt de westerse wereld steeds meer voor de vraag welke waarden wij tegenover die van de rest van de wereld kunnen stellen. “Maar daar zijn we niet zo goed in, want twijfel aan alles is een wezenskenmerk van de westerse cultuur”, aldus de auteur.
Hij noemde zich een kind van de secularisering: katholiek opgegroeid, maar van het geloof afgevallen en het niet meer teruggevonden. Maar hij vindt religie wel “een fantastisch antwoord om om te gaan met de diepe tragiek van het leven. Maar een problematisch antwoord.”
God-vormig gat
Boutellier is niet bang dat het ‘God-vormig gat in onze cultuur’ tot verdere verloedering van de samenleving zal leiden, mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. De belangrijkste daarvan is dat we het geloof in een democratische rechtsstaat niet opgeven, want juist die rechtsstaat maakt het mogelijk dat mensen op allerlei verschillende manieren kunnen geloven, of juist niet. Daaraan gekoppeld is het van het grootste belang de vrijheid van cultuur en identiteit te waarborgen.
Maar hij wil de reëel bestaande problemen niet wegmoffelen. “De discussie over de rol van religie in de samenleving is van groot actueel belang”, stelde hij. Zijn boek lijkt daar in ieder geval een bijdrage aan te leveren. Bijna alle grote kranten in Nederland besteedden uitgebreid aandacht aan zijn boek.
Hans Boutellier Het seculiere experiment. Hoe we van God los gingen samenleven. Uitgeverij Boom. 200 blz. € 22.50.