Relishoppers worden ze vaak schamper genoemd, mensen die elementen uit verschillende geloven combineren. Het beeld is dat ze opportunistisch en oppervlakkig zijn. Zowel traditionele gelovigen als hardcore atheïsten moeten weinig van ze hebben.
Toch gaat het inmiddels om zo’n veertig procent van de bevolking, die zijn eigen spirituele weg kiest. Onderzoek naar wat deze mensen beweegt en wat ze geloven, is er nauwelijks.
Oppervlakkige opportunisten
Manuela Kalsky (bijzonder hoogleraar op de Schillebeeckx-leerstoel aan de VU en directeur van het Dominicaans Studiecentrum voor Theologie en Samenleving) schreef samen met journalist Frieda Pruim het boek Flexibel geloven, Zingeving voorbij de grenzen van religies, een verkennend onderzoek in de vorm van diepte-interviews naar deze groep nieuwe religieuzen.
Als er één ding duidelijk wordt uit Flexibel geloven, is dat wel dat de geïnterviewde flexibele gelovigen geen oppervlakkige opportunisten zijn. Het zijn juist mensen die durven door te vragen en door te gaan waar veel anderen zouden afhaken.
Leven op het spel
Die durf is volgens Kalsky een kenmerk van flexibele gelovigen: “Je moet bestaande hokjes en structuren durven loslaten, als ze niet meer voldoen. Daar is veel lef voor nodig.” Uit de interviews blijkt dat mensen hun sociale relaties en soms zelfs hun leven op het spel zetten.
Lees het hele interview met Manuela Kalsky in de nieuwe Advalvas.