Faculteiten aan de VU zijn niet meer verplicht een onderwijsactiviteit voor potentiële studenten te organiseren. Die colleges vonden plaats sinds in 2014 wettelijk ‘matching’ werd ingevoerd om te kijken of nieuwe studenten wel passen bij de opleiding.
Uit onderzoek op grond van student-analytics blijkt het wel of niet bezoeken van matching-colleges nauwelijks invloed te hebben op het studeergedrag. Wie ze wel bezocht haalt gemiddeld 40,4 studiepunten in het eerste jaar, wie niet ging 38,5.
Maar de proefcolleges hebben vooral weinig invloed op het keuzegedrag van aanstaande studenten. Van de bezoekers schrijft slechts 1,5 procent zich uiteindelijk niet in bij de betreffende opleiding. In 2016 waren dat 29 studenten. Nogal veel nieuwe studenten haken snel af omdat de opleiding niet biedt wat ze hadden verwacht.
De wet stelde in 2014 matching-activiteiten verplicht in de hoop dat meer eerstejaarsstudenten direct een goede opleiding kiezen, in ieder geval niet de verkeerde.
Online test blijft
Maar de nu verplichte matchingcolleges dragen weinig bij aan dit doel, concludeert het college van bestuur. Bovendien pakt iedere opleiding het anders aan.
Wel blijven faculteiten verplicht online een test af te nemen van aspirant-studenten en op grond hiervan een advies te geven over wel of niet studeren. De bestaande tests moeten wel worden verbeterd, staat in het rapport ‘Laatste studiekeuzecheck’ van de werkgroep Matching.
Met de titel van het rapport wil de werkgroep benadrukken dat goede studievoorlichting niet iets is van één moment, maar een heel traject omvat dat al begint met goede voorlichting op middelbare scholen. Het matchingscollege is dan iets voor de twijfelaars op het laatste moment.
Opleidingen blijven overigens vrij om wel onderwijsactiviteiten voor potentiele studenten te organiseren, maar de verplichting is nu vervallen.