In je eigen tempo studeren en minder collegegeld betalen. Dat wil het kabinet vanaf september 2024 mogelijk maken. Minister Dijkgraaf probeert de zorgen van de linkse oppositie hierover weg te nemen.
Sommige studenten hebben van alles aan hun hoofd. Ze zijn topsporter, hebben een eigen bedrijf, besteden tijd aan medezeggenschap of kampen met een chronische aandoening. Het kan dan prettig zijn om wat minder lessen te volgen.
Dat is het idee achter het experiment met flexstuderen: daarin krijgen studenten langer de tijd om hun studiepunten te behalen en betalen ze alleen collegegeld voor de vakken die ze volgen. De meeste partijen in de Tweede Kamer zien het wel zitten.
Maar GroenLinks en SP hebben hun bedenkingen, bleek uit hun schriftelijke vragen aan de minister. De SP ziet een beweging naar ‘vermarkting’ in het hoger onderwijs en beide partijen zijn bang dat de samenhang in opleidingen verloren gaat.
Experimenten
Het komt misschien door het woord ‘flexibel’, dat nogal veel kan betekenen. Er liep tot voor kort ook een experiment met flexibel deeltijdonderwijs, waarin studenten inderdaad hun eigen curriculum konden samenstellen. Maar dat is dus een ander experiment.
Het gaat bij flexstuderen om volledige, diplomagerichte opleidingen, onderstreept de minister. Alleen volgen de studenten hun opleiding in een lager tempo, als dat beter uitkomt. De samenhang van het curriculum komt dus niet in gevaar.
GroenLinks stelde ook een fundamentelere vraag. Het is duur om studievertraging op te lopen, zodat studenten minder snel dingen naast hun opleiding doen. Als het zo belangrijk is dat studenten zichzelf ontplooien, kan het kabinet dan niet beter het collegegeld verlagen?
Die discussie wil de minister nu kennelijk niet voeren. Hij herhaalt: “Het flexstuderen biedt de mogelijkheid voor studenten om zich naast de studie te ontplooien waarbij tegelijkertijd de financiële druk op de studenten wordt verlaagd.”
Beperkte groep
Volgens de minister is het niet nodig om de financiering van het hoger onderwijs aan te passen, omdat maar een beperkte groep studenten zal flexstuderen. Meer dan tien procent wordt het niet, is de verwachting. Bovendien mogen instellingen zelf bepalen bij welke opleidingen het wel en niet kan, en binnen welke kaders.
De Tweede Kamer is er vast nog niet over uitgepraat, maar het lijkt onwaarschijnlijk dat een meerderheid alsnog de hakken in het zand gaat zetten. Dus ligt voor het kabinet de weg open om ‘flexstuderen’ inderdaad wettelijk mogelijk te maken. De minister verwacht in het voorjaar van 2023 een wetsvoorstel in te dienen.