Andere Europese lidstaten zouden meer Engelstalig onderwijs moeten aanbieden om internationale studenten te trekken, schrijft onderwijsminister Dijkgraaf aan de Europese Commissie. Hij hoopt dat er dan meer “balans” komt.
De ongebreidelde groei van het aantal internationale studenten in Nederland leidt tot zorgen over de bekostiging van het onderwijs, de teruglopende toegankelijkheid voor Nederlandse studenten en een tekort aan studentenhuisvesting. Dat constateert onderwijsminister Robbert Dijkgraaf in een position paper aan de Europese Commissie.
Een deel van de oplossing ligt volgens hem in Europa. Sommige landen zouden best behoefte hebben aan internationale studenten, maar bieden weinig Engelstalig onderwijs aan. Hij hoopt dat ze daar iets aan gaan veranderen en zo populaire landen als Nederland kunnen ontlasten.
Afstemmen
Dijkgraaf schrijft zijn paper vanwege de komst van een nieuw samenwerkingsverband. Dat zogenoemde European Learning Mobility Framework moet ervoor zorgen dat Europese landen de internationalisering van hun onderwijs beter op elkaar afstemmen.
Het is volgens de minister eerst nodig dat elk land met een eigen plan van aanpak komt en in kaart brengt wat de lokale wensen zijn. Dat zou dan deels moeten worden gefinancierd vanuit de EU.
Grip
Eerder deelde hij zijn eigen plannen om grip te krijgen op de internationalisering. Als het aan hem ligt moeten ook buitenlandse studenten straks een beetje Nederlands leren. Ook zou er een numerus fixus kunnen komen voor Engelstalige trajecten binnen een opleiding. Verder wil hij meer aandacht voor het Nederlands als onderwijstaal. Daarover heeft hij vorige week met de Tweede Kamer gedebatteerd.