Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
22 december 2024

Wetenschap
& Onderwijs

‘Een ontsporende maatschappelijke discussie is een risicofactor’

De VU gaat samenwerken met Huawei, werd deze week bekendgemaakt. Drie Amsterdamse hoogleraren, twee van de VU en een van de UvA, gaan met geld van de omstreden Chinese technologiegigant zoekmachines verbeteren. Volgens hoogleraar Frank van Harmelen is het echt goed geregeld.

Er zijn betere zoekmachines nodig?
“De laatste jaren zijn zoekmachines niet echt verbeterd. We willen ze op drie manieren beter maken. Ze moeten meertalig gaan zoeken, zodat nuttige informatie in het Italiaans ook wordt getoond als ik zoek met een Engelse zoekterm. Ze moeten ook een beter begrip krijgen van wat ik zoek. Als ik ‘Amsterdam’ intik, bedoel ik dan het schip Amsterdam, of de stad Amsterdam, en er bestaat vast ook wel een boek dat Amsterdam heet.”

“En een zoekmachine moet met je in gesprek gaan, zodat-ie beter snapt wat je bedoelt. Als ik pizza intik, wil ik dan een pizza bakken of kopen? Daar kan een soort gesprekje over komen, bijvoorbeeld door zoekresultaten te sorteren op pizza bakken en pizza kopen. Dan kun je als gebruiker een keuze maken en de zoekresultaten verder vernauwen.”

Dreamslab
Met de 3,5 miljoen euro van Huawei zetten Frank van Harmelen, Piek Vossen en Maarten de Rijke een nieuw Amsterdams AI-lab op, Dreamslab. Negen postdocs en promovendi gaan werken aan betere zoektechnologie. Het project staat los van de Zwaartekracht-premie die de drie hoogleraren, samen met drie anderen, vorig jaar ontvingen.

Ik las dat het ook gaat om filteren van beledigende en ongepaste teksten. Mogen we straks geen ‘red de Oeigoeren’ meer typen?
“Het is lastig. Je kent de discussies over Facebook, die ongewenste content moet weren. Sociale media en zoekmachines worden steeds meer verantwoordelijk gehouden voor wat ze doorgeven. Maar welke woorden zijn ongepast? Zeker in China is dat een extra probleem. We hebben daarover een gesprek gehad met Huawei.”

“In de omschrijving van het werkpakket stonden in eerste instantie woordcategorieën die wij veel te politiek getint vonden. In de lijst stond bijvoorbeeld ‘violent intent’: dat soort woorden en zinnen wil je kunnen detecteren en eventueel wegfilteren. Maar in de lijst stond ook ‘cultural conflicts’ als detectiecategorie. Die hebben we eruit laten halen. Het is sowieso raar, maar in de Chinese context helemaal.”

Waren er mensen bij jullie die bedenkingen hadden bij de samenwerking met Huawei?
“We werken ook met Elsevier, ING, Qualcomm – de chipbakker – samen en de onderhandelingen gaan in principe over hetzelfde. De absolute voorwaarde die we hebben, is dat we over al onze kennis volledige publicatievrijheid hebben. We mogen nieuwe algoritmes publiceren en alle software is open source.”

“Het is ook niet zo dat wij productontwikkelaar zijn. De prototypes die uit ons onderzoek komen, de algoritmes en software, zijn interessant voor andere wetenschappers. Je weet dan hoe het moet. Bedrijven die er iets mee willen, moeten er dan nog helemaal zelf een product van maken.”

Dus deze samenwerking met Huawei is eigenlijk net zo gewoon als met Elsevier of ING?
“Tuurlijk is het een verhaal apart, maar dat komt vooral door de buitenwereld. We hebben de gebruikelijke onderhandelingen gevoerd over intellectueel eigendom en kosten, maar dit keer speelt ook de maatschappelijke reuring mee. Over 5G, vermoedelijke spionage en beïnvloeding. Ik weet niet wat daarvan waar is, maar China is een totalitaire staat, met een ander idee over privaat en publiek.”

“Daarom hebben we een aantal waarborgen sterker aangezet. We hebben volledige publicatievrijheid, de onderzoekers zijn niet in dienst van Huawei, en alle data staan op de universitaire servers, dus niemand bij Huawei kan erbij. Ik ben er echt van overtuigd dat het goed geregeld is. En met ons de ministeries en inlichtingendiensten met wie we gepraat hebben.”

Zijn er dan helemaal geen risico’s?
“De samenwerking gaat goed met onze contactpersonen bij Huawei, in Helsinki en straks ook in Amsterdam – Huawei is een eigen kantoor in Amsterdam aan het opzetten. Het afbreukrisico is een ontsporende maatschappelijke discussie. En sommige Kamerleden helpen daar niet bij.”

Waarom is het eigenlijk interessant voor Huawei om 3,5 miljoen euro te investeren in een Amsterdams AI-lab?
“Even voor het beeld: hun jaaromzet is 100 miljard en daarvan besteden ze 15 miljard aan onderzoek. Dit gaat om 9 ton per jaar. Ik denk niet dat hierdoor bij Huawei het schip heel erg scheef gaat. En het is voor hen een interessante investering. Bedrijven zijn op zoek naar kennis en naar talent: postdocs, studenten. Ditzelfde antwoord zou ik ook gegeven hebben als je het me gevraagd had over Elsevier.”

Huawei heeft vast ook voorwaarden gesteld?
“Die gaan over het intellectueel eigendom. Zij hebben het recht om patenten erop aan te vragen. Dat gaat bij Philips net zo. Je schrijft een artikel, voor publicatie leg je het voor aan het bedrijf en dan hebben zij een maand de tijd om patent aan te vragen en dan publiceer je het. De softwarecode is dan in te zien en eventueel tegen betaling te gebruiken, afhankelijk van de open source-licensie die we kiezen.”

Moeten jullie nog een bepaald aantal Chinese promovendi aanstellen?
“Nee. Daar is het helemaal niet over gegaan. We hebben afgesproken dat de werving wordt gedaan door de universiteit. Daar zitten altijd Aziatische sollicitanten bij, ook uit China. Eerlijk gezegd denk ik dat het voor Huawei veel interessanter is om te tappen uit de Europese talentvijver.”

“Binnen AI is er een enorme strijd gaande om talent. We hopen dat we met zo’n project talent aan ons kunnen binden. Enerzijds bieden we academische vrijheid, anderzijds staat het project ook dichtbij het bedrijfsleven, en kun je als onderzoeker werken met werkelijke zoekdata. Het is ook prima als een postdoc na vier jaar bij Huawei gaat werken, dat is ook de rol van de universiteit.”

Om wat voor data gaat het dan?
“De afspraak is dat wij kunnen testen op zoekdata van Huawei. Zoekgedrag van hun klanten en ook in hun eigen app-store. Wij lekken dus geen data naar China, het is eerder andersom.”

Dus je bent helemaal niet bang voor China?
“Ik ben zelf al jaren aan het bouwen aan mijn relatie met China. Ik ben op twee plekken bijzonder hoogleraar. Ook in Wuhan, daar ben ik dus al een hele tijd niet geweest. Je moet er alleen niet naïef in gaan: zij willen wat van je. Maar China is een opkomende macht op het wereldtoneel. Het is onverstandig om de deur helemaal dicht te doen. Dan verlies je het contact met een belangrijke speler in de wereldtop.”