Bij sommige mensen wil het er nog altijd maar moeilijk in dat het verschil tussen ons brein en dat van mensapen of olifanten niet zo groot is. Het heeft natuurlijk ook vergaande consequenties voor ons denken over allerlei onderwerpen die vroeger op het terrein van de filosofie lagen. Moraliteit bijvoorbeeld. Wat als apen ook normen en waarden hebben?
Het symposium Moraal wegverklaard van gisteren ging over die vraag. Het werd georganiseerd door het Abraham Kuyper Center, met primatoloog Frans de Waal en evolutiebioloog Jeffrey Schloss, hoogleraar in de biologie en directeur van Center for Faith, Ethics, and the Life Sciences aan Westmont College in Santa Barbara, Californië, als sprekers.
Wachtende olifanten
Moraal heeft volgens De Waal veel te maken met impulscontrole, het controleren van emotionele impulsen om bijvoorbeeld een doel in de toekomst te verwezenlijken of de bestaande orde in de groep niet te verstoren. Olifanten kunnen hun impulsen controleren, liet De Waal zien: als ze hebben geleerd dat ze een wagentje met voedsel alleen naar zich toe kunnen trekken als ze met zijn tweeën elk aan het eind van een touw trekken (dat losschiet als er aan één kant aan wordt getrokken), wachten ze keurig tot de ander ook zover is om te trekken, ook als de ander wordt opgehouden. Mensapen en nog een aantal andere diersoorten slagen ook voor deze test.
Dieren hebben ook gevoel voor eerlijkheid. Als twee Capucijneraapjes voor een taak allebei een stukje komkommer krijgen, is er niets aan de hand. Maar als de één een druif krijgt en de ander een stukje komkommer, wordt degene met de komkommer boos en wil de taak niet meer uitvoeren (zie filmpje). De Waal: “Eigenlijk is dat irrationeel gedrag: komkommer is nog altijd beter dan niets, maar blijkbaar is het principe van rechtvaardigheid overheersend. Kleine kinderen vertonen overigens dezelfde reactie.”
Dit is weliswaar een egocentrische vorm van rechtvaardigheidsgevoel – de andere aap die de druif heeft gekregen, heeft nergens last van -, maar het is een normatief idee over hoe de orde zou moeten zijn.
Voedsel delen
De verdeling van voedsel in een kolonie mensapen gaat volgens rechtvaardigheidsprincipes die complexer zijn en empathie vereisen: mannetjes die niet hebben meegejaagd, moeten bedelen om mee te delen in de buit. Ook als ze de leider van de groep zijn en zich het voedsel in principe met geweld zouden kunnen toe-eigenen. De Waal: “Je ziet ook vaak dat leiders eerst voedsel claimen en het later verdelen onder andere apen. Een mannetje dat alleen maar met geweld regeert, verliest de steun van de vrouwen in de groep en brengt daarmee zijn eigen positie in gevaar. Chimpansees begrijpen dat de ander boos wordt als zij te veel eten nemen.”
Maar kun je dit moraliteit noemen? Volgens de andere spreker, Jeffrey Schloss, is hier nog wel wat op af te dingen: er zijn veel morele eigenschappen die we evolutionair niet kunnen verklaren, was de insteek van zijn betoog. Schuldgevoel bijvoorbeeld. Dat je je spijt hebt van een actie of je schaamt ten opzichte van anderen kan dienen om de groep bij elkaar te houden, en heeft daarmee een evolutionaire verklaring, betoogde Schloss. Maar schuldgevoel dient geen enkel evolutionair nut. Ook altruïsme dat jouzelf iets kost en alleen anderen iets oplevert, is volgens Schloss evolutionair onverklaarbaar.
Drie keer zoveel neuronen
Maar wat onderscheidt mensen nou echt van dieren? Volgens De Waal is de dat de taal. Verder ziet hij geen principieel verschil: wij hebben de moraliteit ontwikkeld die bij de grootte van ons brein past. “Olifanten hebben drie keer zoveel neuronen als wij. Wat dat betekent, beginnen we pas nu te onderzoeken”, aldus de Waal.