Minister Bussemaker haalt de banden aan met het Duitse hoger onderwijs. Een hele ommezwaai; eerder wilde Nederland Berlijn nog een rekening sturen voor alle Duitse studenten die hier een opleiding volgen.
Bussemaker wil zorgen voor “een onderwijsaanbod waarin we elkaar als buren versterken”, zei ze gisteren tijdens een seminar over studentenmobiliteit. Dit jaar start een beurzenprogramma om Nederlandse studenten te bewegen naar Duitsland te gaan. Daarnaast wil de minister dat instellingen uit beide landen meer gaan samenwerken.
Onvrede
Ze vroeg de deelnemers aan het seminar om ideeën voor het beleid. “Hopelijk kunnen we dan over een paar jaar vaststellen dat samenwerking tussen onze landen meer ‘mainstream’ is dan uitzondering”, aldus de minister.
Er komen elk jaar meer Duitse studenten naar Nederland, dan er Nederlandse studenten naar Duitsland gaan. Die disbalans zorgde vorig jaar voor onvrede in de Tweede Kamer. Verschillende fracties vroegen zich verontwaardigd af waarom Nederland zou moeten betalen voor de opleiding van buitenlanders.
Verrekensysteem
Ook toenmalig staatssecretaris Zijlstra zag in eerste instantie een gevaar in de “ongebreidelde toename” van buitenlandse studenten in het Nederlandse hoger onderwijs. Hij wilde praten over een “verrekensysteem”, waarin Duitsland zelf zou moeten betalen voor eigen studenten die over de grens wilden studeren.
De kritiek verstomde toen het CPB had berekend dat buitenlandse studenten Nederland miljoenen opleveren. “Ik stel me in Europa tegenwoordig iets neutraler op”, reageerde Zijlstra in de Tweede Kamer. “We kunnen andere EU-landen niet vragen: wilt u betalen voor studenten die ons economisch voordeel opleveren? Dat is een moeilijk verhaal.”