Het donorcodicil voor huisdieren is een groot succes. Het speciaal fokken en doden van katten, honden en cavia’s voor practica in het onderwijs is voorbij, meldt Stichting Proefdiervrij.
Diergeneeskunde
Diergeneeskundestudenten moeten in hun opleiding allemaal leren snijden. Voorheen werden dieren daar speciaal voor gefokt en gedood. Om daaraan een einde te maken, startte de Universiteit Utrecht samen met Stichting Proefdiervrij in 2010 het ‘dierdonorcodicil’, waarmee eigenaren overleden huisdieren voor practica afstaan aan de universiteit.
Voorheen konden alleen studenten van de Universiteit Utrecht oefenen op dode huisdieren. Maar inmiddels zijn zoveel baasjes bereid hun dier ter beschikking te stellen dat ook studenten van andere instellingen naar de Domstad komen voor hun practica. Volgens Stichting Proefdiervrij hebben alle zeven hogescholen en universiteiten die in dieren snijden zich aangesloten bij het project. Niet alleen aspirant-dierenartsen en hun assistenten maar ook bijvoorbeeld studenten biomedische wetenschappen oefenen met dode dieren.
Jaarlijks zijn er 340 huisdieren nodig voor het onderwijs. Baasjes die in Utrecht wonen en hun kat of hond willen doneren, kunnen dat via de dierenarts regelen. Anderen moeten hun beestje zelf afleveren.