Gaan diversiteit en excellentie samen? Voor die uitdaging staat de universiteit de komende jaren, bleek op een discussiemiddag bij sociale wetenschappen.
“Diversiteit is een gegeven in onze samenleving waar je niet omheen kunt.” Dat zei collegevoorzitter René Smit op het symposium Einde van de diversiteit? dat studievereniging EOS van de sociale faculteit samen met organisatieadviesbureau Van de Bunt donderdag 14 maart belegde. Het antwoord van Smit op de centrale vraag is duidelijk. “De instroom van studenten aan de VU is de afgelopen decennia veranderd. Zo’n twintig procent van de eerstejaars is van niet-westerse allochtone afkomst. En dat zal niet meer veranderen, want zo zit onze samenleving in elkaar.”
Kwaliteitseisen
Volgens Smit is het de taak van de universiteit te zorgen dat ook deze studenten goed door hun studie komen. “Maar dat gaat niet vanzelf”, waarschuwde hij. “Om diversiteit tot een succes te maken, moet je er iets voor doen.” Maar dat moet in de ogen van Smit wel van twee kanten komen. “Wil je binnen de universiteit succesvol zijn, moet je zaken als de Nederlandse taal en, waar nodig, wiskunde en statistiek voldoende beheersen. Op kwaliteitseisen doen we geen concessies.”
Excellentie
Smit verbindt het thema diversiteit graag aan dat van excellentie, in navolging van de University of California, Los Angeles, (UCLA), waar de VU sinds een paar jaar mee samenwerkt.
Maar diversiteit gaat niet vanzelfsprekend samen met excellentie, betoogde Ila Kasem, organisatieadviseur bij Van de Bunt. Volgens hem geeft diversiteit uit zichzelf geen positieve meerwaarde aan een organisatie. “Je moet diversiteit in een context plaatsen om het betekenis te geven. Wil je meer allochtone klanten bereiken of heb je vanwege de vergrijzing nieuw personeel uit andere kringen nodig? Dat zijn belangrijke noties om een succesvol diversiteitsbeleid te kunnen voeren.”
Weerstand
Kasem waarschuwde ervoor te pas en te onpas het begrip diversiteit als een soort ideologie te gebruiken. Dat roept weerstand op. “Ik vind dat nogal wat voorstanders van diversiteit te gemakzuchtig de positieve kanten benadrukken. Diversiteit is niet alleen mooi en goed. Het kan ook voor problemen zorgen. Daar moet je je ogen niet voor sluiten. Door de problemen te verzwijgen ondermijn je juist steun voor een diversiteitsbeleid binnen een organisatie. In die zin vrees ik wel eens voor het einde van diversiteit. Het draagvlak in de samenleving neemt af.”
Suikerfeest
Maar wat betekent een diversiteitsbeleid voor studenten in de praktijk? Voorafgaand aan de bijeenkomst besprak een groepje studenten op initiatief van het dialoogproject een aantal casussen met gespreksleider Simon Douw. Zo is een veel voorkomende vraag of studenten vrij moeten hebben op andere dan de traditioneel christelijke feestdagen, bijvoorbeeld op het Suikerfeest. Vrij is niet echt nodig, maar geen tentamens op het Suiker- en Offerfeest zou wel fijn zijn, vond een groepje studenten met hoofddoek.
Halal
Een andere kwestie is het halal eten in het restaurant. Dat kwam in opspraak omdat het bereid zou zijn in een pan waarin ook ander eten wordt klaargemaakt. “Dat eten is niet halal”, kreeg het college van bestuur van demonstrerende studenten te horen. Is dat geen spijkers op laag water zoeken, vroeg Douw zich af. “Nee hoor. Je moet geen eten als halal aanprijzen als het niet halal is”, deed een aanwezige de discussie af.
Evolutietheorie
Met dat antwoord was niet iedereen tevreden. “Is dit nu een discussie over diversiteit aan de universiteit of over religieuze regels? Ik had meer debat over de betekenis van diversiteit voor de wetenschap verwacht”, reageerde een student.
Wellicht was het voor de discussie aardig geweest als ook een andere casus aan de zaal was voorgelegd. Wat te doen met studenten die vanwege hun geloof geen boeken over de evolutietheorie willen lezen. Een probleem wat op de bètafaculteit wel degelijk voorkomt.
Nevel
Al met al bleef op beide bijeenkomsten de discussie rondom diversiteit met veel mist en nevel omhangen, want, o, we willen zo graag aardig voor elkaar zijn.
Maar door permanent diversiteit en excellentie in één adem te noemen, dreigen problemen weggepoetst te worden. Daarom is het goed ook binnen de VU diversiteitsbeleid binnen een context te plaatsen.
Dat de instroom van eerstejaars steeds diverser wordt en voor twintig procent uit islamitische studenten bestaat, vereist een actief diversiteitsbeleid om optimale studieresultaten te bereiken. Maar zoals Kasem al zei, diversiteit leidt niet vanzelf tot excellentie, waarnaar René Smit zo graag verwijst.
Buitenland
Smit bedoelt daar met name mee dat de VU zo veel mogelijk getalenteerde studenten , liefst met rijke ouders uit het buitenland bijvoorbeeld China, moet zien binnen te halen om een concurrerende international topresearch university te kunnen zijn.
Maar om echt diversiteit met excellentie te verbinden moet bijvoorbeeld ook een Marokkaanse studente uit Osdorp met een analfabete moeder een excellente promovendus kunnen worden. En dat gaat niet vanzelf, om de woorden van Smit te gebruiken. Daarom is het wellicht goed met Suikerfeest geen tentamens meer te plannen. En dan moeten we niet gaan zeuren dat Nederland aan het verislamiseren is. Trouwens het Suikerfeest valt de komende vijf jaar niet in een tentamenperiode. Dus kunnen we dat probleem ook weer even voor ons uit schuiven.
Foto: René Smit pleit er voor diversiteit te verbinden met excellentie