‘Dé achillespees bestaat niet, het zijn er drie’, kopte de VU deze week in een persbericht. Dat ontdekten VU-onderzoekers. Maar had echt nog nooit iemand eerder gezien dat de achillespees drie pezen zijn?
“Het is wel één pees”, zegt onderzoeksleider Huub Maas direct, “maar die bestaat uit drie bundels. Die zijn verbonden met drie verschillende spieren in de kuit. Dat was op zich al wel bekend, maar wij hebben nu ontdekt dat die drie peesbundels los van elkaar kunnen bewegen. Dus de achillespees functioneert niet als één pees.”
Veel peesblessures
Als een van de drie kuitspieren zich aanspant, belast dat die ene peesbundel die eraan verbonden is, en niet de andere twee. Daar was volgens Maas tot voor kort niet veel aandacht voor. Terwijl toch bijna de helft van de mensen die lange afstanden hardlopen een keer een achillespeesblessure krijgt en het dus best loont die pees goed te kennen.
Maas en de zijnen deden hun ontdekking bij ratten, die dezelfde drie spieren hebben die samenkomen op de achillespees. Ze zorgden door elektrische stimulatie dat een van de drie kuitspieren samentrok en zagen toen dat niet de hele pees reageerde, maar alleen de betreffende peesbundel. “Bij mensen kun je met een echo kijken naar de achillespees, en dan kun je wel iets ontdekken van de niet-homogene vervorming van de pees, maar je kunt niet aantonen waar dat vandaan komt.”
Baat bij ontdekking
Hardlopers zullen niet direct baat hebben bij de ontdekking van de drie los van elkaar bewegende peesbundels. “Maar als we beter snappen hoe het werkt, weten we ook beter wat er mis kan gaan en waar we ons op moeten richten bij de behandeling”, aldus Maas.
Wat volgens Maas ook nog weleens van groot belang kan zijn, en waar tot voor kort ook weinig aandacht voor was, is de gelachtige substantie tussen de peesbundels, de zogeheten matrix. “Dat materiaal maakt als gel de beweging tussen de bundels mogelijk, maar het zorgt ook voor weerstand bij te veel rek. De werking daarvan zou ook weleens van invloed kunnen zijn op het wel of niet ontstaan van blessures, en dus ook de behandeling ervan.” Maar daarvoor moeten de onderzoekers eerst het lab weer in.