“Staten ondernemen op grote schaal activiteiten om in Nederland kennis en technologie te verwerven”, aldus een nieuw rapport van de inlichtingendiensten over militaire en politieke dreigingen.
Nederlandse bedrijven, kennisinstellingen en wetenschappers zijn “doelwit van diverse (digitale) aanvalscampagnes die proberen hoogwaardige technologie buit te maken”, waarschuwen de inlichtingendiensten in het rapport Dreigingsbeeld
Statelijke Actoren. “Kennis en technologie worden daarnaast verkregen via academische samenwerking en door investeringen en overnames.”
De laatste jaren worden de waarschuwingen van de inlichtingendiensten harder van toon. Het gaat daarbij vooral om dreiging van Rusland, China en Iran. “Deze drie landen hebben voor hun economische en militaire ontwikkeling behoefte aan westerse kennis en technologie.”
Kwantumtechnologie
China wil zijn krijgsmacht in de komende decennia tot een van de sterkste ter wereld maken. Volgens de diensten werkt het land onder meer aan de toepassing van kunstmatige intelligentie en kwantumtechnologie. “Er bestaat dan ook een sterke overlap tussen de Chinese behoefte aan hoogwaardige technologie en enkele technologieën waarin Nederland vooroploopt”, staat in het rapport.
Zoiets geldt ook voor Rusland. Dat land heeft nu nog een technologische achterstand en wil waarschijnlijk een inhaalslag maken. Dat valt door alle internationale sancties niet mee, zodat het zijn toevlucht moet nemen tot andere manieren om die kennis te verwerven.
Iran zou vooral raketten willen ontwikkelen en zou daarom apparatuur en kennis willen bemachtigen “via heimelijke verwervingsnetwerken, kennisinstellingen en studenten en onderzoekers”, aldus het rapport.
Wapenindustrie
In een interview met Het Parool praten de drie bazen van de inlichtingendiensten AIVD, MIVD en NCTV over de dreigingen. Jan Swillens van de Militaire inlichtingen- en veiligheidsdienst (MIVD) noemt chips als voorbeeld. “Chinese studenten die in Nederland leren over geavanceerde chips keren bij thuiskomst rechtstreeks terug in de Chinese wapenindustrie.”
Tien jaar geleden was er geen kwade wil bij de Chinezen, zegt hij, maar nu wel. “Als je nu kijkt naar cyber-China: ze zijn buitengewoon capabel, ze willen hier kennis jatten en doen dat ook. Dus staan alle seinen op rood.”
In een brief aan de Tweede Kamer reageren acht ministers op het dreigingsbeeld, onder wie minister Dijkgraaf van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het dilemma is dat openheid en internationale samenwerking ook vruchtbaar kunnen zijn, blijkt daaruit. Het is volgens het kabinet van belang “dat Nederland een open samenleving en economie houdt waarin we andere landen niet de rug toekeren, maar in gesprek blijven”.
“Samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen – zowel nationaal als internationaal – levert een bijdrage aan kapitaal, talent en kennis”, meent het kabinet, “en aan het uitwisselen van technologieën en ideeën ten behoeve van de maatschappelijke uitdagingen van vandaag en morgen.”
‘Aantrekkelijk doelwit’
Wel is er meer aandacht voor kennisveiligheid in het beleid, omdat Nederland een “aantrekkelijk doelwit” is. Zo is er bij het ministerie van OCW een loket kennisveiligheid geopend. “Hier kunnen kennisinstellingen terecht voor advies over de kansen en risico’s die zijn verbonden aan internationale samenwerkingen, en hoe dat zo veilig mogelijk kan worden ingericht.”
Het hoger onderwijs raakt inmiddels meer doordrongen van de risico’s en heeft bijvoorbeeld een leidraad voor kennisveiligheid opgesteld, maar voor de zekerheid wil minister Dijkgraaf hun inspanningen laten controleren. “We kunnen vaststellen dat we de afgelopen jaren wat naïef zijn geweest”, zei hij in juni.
Het stelt niet iedereen gerust. Eind september drong de Tweede Kamer aan op scherpere analyses door universiteiten en hogescholen van hun kennisveiligheid. Een motie om Chinese studenten en onderzoekers uit alle ‘gevoelige’ kennisdomeinen te weren, haalde het niet.