Om het tekort aan leraren in de exacte vakken terug te dringen, slaan de elf Nederlandse bètafaculteiten de handen ineen: samen geven ze gratis cursussen ter voorbereiding op de universitaire lerarenopleiding.
Een werktuigbouwkundige kan niet zomaar aan de universitaire lerarenopleiding natuurkunde beginnen: hij of zij heeft geen natuurkunde gestudeerd en moet dus kennis inhalen. De universiteiten willen die eerste horde wegnemen: zulke aankomende leraren mogen nu gratis hun voorkennis op peil brengen.
De universiteiten spreken zelfs van “gratis omscholing” voor bètaleraren in spe, maar het gaat eigenlijk om een soort premaster onder de naam Beta4all. Pas als ze hun kennis hebben bijgespijkerd, kunnen de cursisten aan hun universitaire lerarenopleiding beginnen. En daar betalen ze gewoon collegegeld voor.
Universiteitje hoppen
Wie leraar wil worden, moet zich eerst melden bij een van de universitaire lerarenopleidingen in Nederland. Die opleiding stelt dan vast welke kennis de leraar in spe nog moet verwerven. Een werktuigbouwkundige zal bijvoorbeeld zijn kennis van kwantummechanica en deeltjesfysica moeten bijschaven.
Het volgen van de voorbereidende cursussen (bij docenten aan allerlei universiteiten) is vervolgens gratis, hebben de universiteiten afgesproken. Van de Vrije Universiteit zijn vijf docenten betrokken: Gerrit Kuik geeft experimentele natuurkunde, Stefan Dekker en Jacqueline van Muijlwijk-Kroezen geven biochemie en Martijn Stegeman en Jelle van Assema geven informatica.
Drie bewakers
“Per vak hebben we drie hoogleraren die de kwaliteit in de gaten houden”, zegt projectleider Ralph Meulenbroeks van Beta4all. Hij is zelf gepromoveerd natuurkundige en leraar (met een populair YouTube-kanaal). “Ze kijken elk jaar naar de toetsen en koppelen hun commentaar terug aan de docenten.”
Beta4all heeft de afgelopen jaren proefgedraaid en er waren ook al langer voornemens om ‘eerder verworven competenties’ en certificaten onderling te erkennen. “Maar het moeilijke is altijd om het landelijk voor elkaar te krijgen”, zegt Meulenbroeks. “En nu heeft iedereen gezegd: we gaan dit gewoon doen.”