Meer dan 30.000 studenten aan de VU! Bent u blij of bezorgd?
“Ik ben blij én bezorgd, dat zal ik eerlijk zeggen. Het is positief, want studenten weten ons te vinden en het zegt iets over ons aanbod. Maar het is ook een aandachtspunt. Het wordt druk op de campus, ook al zien we dat nu niet. Dat is wel degelijk een uitdaging, zowel voor de fysieke infrastructuur als voor de werkdruk.”
Dit jaar staan er meer dan 30.008 studenten ingeschreven aan de VU. En er zijn weer meer eerstejaars dan vorig jaar. Lees welke studies groeien, en krimpen, in het nieuwsbericht.
Hoe passen al die mensen op de campus als we daar allemaal weer naartoe mogen?
“Het campusmasterplan wordt versneld herijkt. We gaan goed kijken wat dit soort studentenaantallen betekent voor de campus.”
Komt er dan nog meer nieuwbouw?
“Het is nog veel te vroeg om te zeggen of er nog meer nieuwbouw gaat komen. We moeten nu kijken wat voor soort onderwijsruimtes we nodig hebben. Traditioneel waren we van de grote collegezalen. Zijn die echt nodig in deze tijd, of is er een andere mix nodig? Wat betekent dat voor het huidige gebouwenstelsel en de ruimte die wij hebben?”
Grote collegezalen zijn niet meer nodig? Blijft een deel van het onderwijs dan sowieso online?
“Door corona zien we een versnelde adoptie van blended learning-technieken. En nee, dat is geen synoniem voor online onderwijs. Blended learning is een onderwijsmix: er kan online onderwijs in zitten, maar ook zelfstudie met een boek bijvoorbeeld. Het gaat om activerend onderwijs. Een nieuwe Harvard-studie wijst ook weer uit dat activerend onderwijs zeer veel bijdraagt aan studiesucces of kennisvergaring. Ja, het is nieuw, en je moet eraan wennen.”
Maar bij studies met grote groepen zal het er in de praktijk op neerkomen dat de hoorcolleges online moeten blijven, omdat het gewoon niet past?
“Dat zou kunnen. Als je blended learning goed doet, kijk je ook naar de vorm van het onderwijs. Het kan best zijn dat een hoorcollege in de traditionele zin daarin niet meer zo’n grote rol heeft. Het gaat echt om het herontwerpen van het onderwijs in het algemeen.”
‘Het kan best zijn dat een hoorcollege in de traditionele zin niet meer zo’n grote rol heeft’
Dat klinkt best rigoureus: doordat er meer studenten komen moet iedereen z’n eigen onderwijs anders gaan vormgeven.
“Er is al jaren aandacht voor onderwijsinnovatie. Dat is in een extreme versnelling gekomen vanwege de pandemie, maar we waren hier al mee bezig.”
Moeten docenten zelf hun vak herontwerpen?
“De lokale context van een opleiding is heel belangrijk. Je kunt niet één maatregel nemen die voor élke opleiding werkt. Opleidingen die veel met practica en stages te maken hebben, hebben een andere opzet dan andersoortige opleidingen. Wat je moet doen, is maatwerk, en daarvoor heb je de gemeenschap echt nodig.”
Maar docenten hebben zich net aangepast aan het online onderwijs. Moeten ze nu weer hun hele onderwijs omgooien?
“Mijn verwachting is dat een aantal dingen die wij hebben ingezet in deze pandemieperiode zullen blijven als good practice. Maar hoeveel en hoe precies, dat is nu nog moeilijk te voorspellen. Het is ontzettend belangrijk om dat in de context van een opleiding te bezien, en dat is nog een zoektocht.”
Een opleiding die bijvoorbeeld enorm is gegroeid is artificial intelligence, zowel de bachelor als de master. Maar er zijn weinig docenten te vinden in dat vakgebied. Hoe vang je zo’n explosieve groei op?
“De faculteit zegt dat ze het huidige aantal studenten nog net aankunnen. Uiteraard zijn ze nog bezig met zoeken naar nieuwe mensen. Daar is ook geld voor vanuit de sectorplannen. Maar het zit wel klem. Er is een wereldwijde concurrentie voor talent. Onze informatica-afdeling is een gewilde gemeenschap: wij hebben sterke AI-onderzoekers en er is de aantrekkingskracht van Amsterdam. Maar er zijn zeker ook andere kapers op de kust.”
Informatica paste eind vorig jaar nog maar net in het Nieuwe Universiteitsgebouw. Als we straks weer naar de campus mogen komen, kunnen ze er dan nog wel in?
“We moeten heel goed gaan kijken naar hoe we onze gebouwen en ruimtes gebruiken. Creatievere oplossingen zoeken, bijvoorbeeld door de roostering.”
‘Het team van roosteraars kan magische dingen doen’
Bedoelt u meer avondcolleges en vroeger in de ochtend?
“Dat zou mogelijk een optie kunnen zijn om te onderzoeken, maar ik denk veel meer aan efficiënter gebruikmaken van de verschillende ruimtes. We hebben heel vaak de neiging om te denken dat je in één gebouw moet zitten. Maar we hebben een campus en op een paar honderd meter afstand zijn nog allerlei andere ruimtes en gebouwen die je ook kunt inzetten. Het team van roosteraars weet heel goed waar mogelijkheden zijn over de hele campus heen en kan magische dingen doen.”
Het aantal eerstejaars groeit ten opzichte van vorig jaar, maar het totaal aantal studenten groeit nog meer. Komt dat door het uitstel van het bindend studieadvies, waardoor er nu veel meer tweedejaars zijn?
“Je ziet inderdaad meer herinschrijvingen in het tweede jaar. Maar vanwege het vervallen van het negatief bsa zie je ook minder switch naar een andere studie. Dat moet je uitpluizen.” Beleidsadviseur Hayke Everwijn voegt toe: “Dat onderzoek gaan we nog doen. We moeten het nu doen met de beredeneerde inschatting die we hebben gemaakt op basis van de cijfers, en dat is dat we verwachten dat er ongeveer duizend meer herinschrijvingen zijn door het uitstellen van het bsa.”
Het aantal buitenlandse studenten groeit ook. Is dat goed nieuws?
“Wij zijn een internationale onderzoeksuniversiteit waarbij onderzoek en onderwijs in elkaar geweven zijn. Daar past een zekere internationale studentenpopulatie bij. Wij hebben overigens nog steeds veel minder internationale studenten dan bijvoorbeeld de UvA of Erasmus. Maar dit is een percentage waar we tevreden mee zijn. Het helpt bij de mixed classroom, dan heb je echt een mix in de classroom.”
Een andere bachelor die groeit is biomedical sciences. Veel andere universiteiten hebben bij die opleiding een numerus fixus. Waarom de VU niet?
“Op de VU hebben we de toegankelijkheid van het onderwijs hoog in het vaandel staan. Diversiteit, aandacht voor eerstegeneratiestudenten, dat past bij de VU. Numerus fixi schrikken juist die studenten af en daarom raken ze groepen als eerstegeneratiestudenten meer dan andere studenten. Daar zijn we terughoudend in, want er zijn allemaal unintended consequences, en dat is niet wat je wilt.”
Die toename bij biomedical sciences, komt dat ook doordat mensen meer interesse in virussen hebben gekregen door het coronavirus?
“Dat is wel een mooi idee, maar ik denk niet dat daar een causaal verband tussen zit. Er zijn bijvoorbeeld ook meer scholieren met een exact en medisch georiënteerd profiel. Studenten die zich inschrijven voor biomedical sciences hebben een affiniteit met de exacte disciplines. Het is geen medische opleiding, maar geeft wel toegang tot biomedische beroepen. Dat is de aantrekkingskracht.”