Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
27 oktober 2024

Wetenschap
& Onderwijs

‘Jij bent echt een blauw persoon’

Jong en oud leggen ze in groten getale af: online vragenlijsten waarvan de uitkomst iets zou zeggen over je persoonlijkheid. Labels plakken op personen, waar komt die obsessie vandaan? En zijn die labels wel wetenschappelijk onderbouwd?

Ik ben een INFP dus met een ESTJ zou het nooit boteren. Als een zeven voel ik me vooral goed bij een drie. Jij bent echt een blauw persoon. Dit zijn drie willekeurige conclusies uit bestaande online persoonlijkheidstesten. Veel van deze zogeheten ‘tests’ bestaan al decennialang en boeten vooralsnog niet in op populariteit. Werkgevers laten ze door sollicitanten afleggen, Youtube staat vol filmpjes met tips over hoe je met verschillende persoonlijkheidstypes kunt daten, en ook offline worden de persoonlijkheden – in handboekvorm – uitgebreid uitgeplozen.

Dominant rood

Een van de populaire vragenlijsten is de DISC-test. Afnemers van deze ‘test’ kiezen uitspraken die het meest op hen van toepassing zijn, en op basis daarvan wordt hen een bepaalde kleur toegeschreven. Die vier verschillende kleuren zouden iets zeggen over de mate waarin iemand dominant (rood), invloedrijk (geel), stabiel (groen) of consciëntieus (blauw) is.

Een andere vragenlijst, die van Myer-Briggs, houdt vast aan de zestien verschillende persoonlijkheidstypen die mensen zouden hebben. Elk type is opgebouwd uit vier pijlers waarbij je twee opties hebt: introvert of extravert (I of E), intuïtief of observerend (N of S), denkend of voelend (T of F), oordelend of waarnemend (J of P).

En volgens het populaire enneagram zijn mensen in negen verschillende types te verdelen: perfectionist, gever, presteerder, individualist, observant, loyalist, levensgenieter, baas of bemiddelaar.

‘De dimensies waaruit de persoonlijkheden zijn opgebouwd zijn uit de duim gezogen’

Weinig betrouwbaar

Reinout de Vries, hoogleraar organisatiepsychologie aan de VU, noemt deze tests liever vragenlijsten. “Een test suggereert dat er goede en foute antwoorden zijn.” De dimensies waaruit de persoonlijkheden volgens die vragenlijsten opgebouwd zouden zijn, zijn volgens De Vries uit de duim gezogen. De tests zijn onvoldoende wetenschappelijk onderzocht en niet tot stand gekomen via peer-review.

Elk antwoord op de bovenstaande vragenlijsten zou – net als bij de welbekende quizzen in tienertijdschriften – op basis van een puntentelling tot een bepaald persoonlijkheidstype behoren. Een methode waarbij het eindoordeel gebaseerd is op afronding van het aantal scores per dimensie. Weinig betrouwbaar, volgens De Vries, want mensen zijn bijvoorbeeld vaak niet óf extravert óf introvert, ze scoren eerder gemiddeld.

Om vanuit een bedrijf te roepen dat er gele mensen missen, of binnen een werkgroep te verzuchten dat er te weinig intuïtieve mensen te verdelen zijn, is volgens De Vries dan ook onzin. “Mensen besteden tijd en geld aan iets wat niet klopt, en hanteren daarna onjuiste stereotypen. Bedrijven kunnen beter investeren in bewezen methoden die het bedrijf daadwerkelijk verder kunnen helpen.”

Blind date

Ook binnen de datingwereld, zoals de filmpjes op Youtube suggereren, kun je je oordeel beter niet baseren op de scores op de gratis vragenlijsten. Volgens De Vries blijkt uit onderzoek dat vooral mensen met eenzelfde openheid voor ervaringen en een overeenkomstige integriteit naar elkaar toe trekken. Overeenkomst op andere persoonlijkheidstrekken, zoals extraversie, lijkt weinig verschil te maken.

Vanuit de psychologie wordt dan ook alleen iets gezegd over iemands persoonlijkheid via vragenlijsten die wetenschappelijk onderbouwd zijn. Het Hexaco-model bijvoorbeeld, dat opgebouwd is uit de dimensies: integriteit, emotionaliteit, extraversie, verdraagzaamheid, consciëntieusheid en openheid voor ervaringen.

De wetenschappelijke onderbouwing van persoonlijkheid is volgens De Vries tot stand gekomen via lexicaal onderzoek. Het is gebaseerd op het idee dat alle woorden die we gebruiken om persoonlijkheid te beschrijven, vervat zijn in taal. De belangrijkste persoonlijkheidsbeschrijvende bijvoeglijke naamwoorden zijn uit woordenboeken geselecteerd, waarna mensen op een vijfpuntsschaal konden aangeven in hoeverre die woorden voor hen relevant waren. Vervolgens werd gekeken welke woorden samen een dimensie vormden, en uit die bevindingen zijn de zes dimensies van het Hexaco-model gedestilleerd.

Sociaal wenselijke antwoorden

Los van de onwetenschappelijke samenstelling van de ‘typen’ op basis van de gratis ‘tests’ – zou je ook niet vraagtekens kunnen plaatsen bij de persoonlijkheid-assessments zelf? Wanneer mensen zelf verantwoordelijk zijn voor het invullen van de vragen, liggen sociaal wenselijke antwoorden op de loer – zeker als het om een sollicitatie gaat.

Volgens De Vries is dat niet anders dan bij sollicitatiegesprekken zonder dergelijke tests vooraf. Sollicitanten zijn zich vaak bewust van het gewenste werkprofiel en kunnen daar vervolgens eenvoudig op inspelen, met of zonder vragenlijst. Wetenschappelijk onderbouwde vragenlijsten zouden volgens De Vries wel informatie over een kandidaat kunnen geven die het selectieproces kan helpen.

Een andere mogelijkheid is het verschijnsel van selffulfilling prophecy, waarbij mensen zich gaan gedragen naar de door hen gegeven antwoorden. De kans daarop schat De Vries klein in. “De persoonlijkheid van mensen verandert wel gedurende het leven, maar over het algemeen heel geleidelijk. Grote veranderingen vinden alleen soms plaats bij ernstige (hersen-)trauma’s. Mensen kunnen de uitkomst van zo’n vragenlijst soms wel als rationalisatie voor hun gedrag gebruiken (‘ik ben nu eenmaal zo’), maar of ze het ook als excuus gaan gebruiken, is ook afhankelijk van hun persoonlijkheid.”

‘Via vage formuleringen denken mensen iets te lezen dat specifiek op hen van toepassing is’

Horoscoopeffect

Die rationalisatie van iemands persoonlijkheid is volgens De Vries een belangrijk onderdeel van de populariteit van de tests. “Zo’n vragenlijst afwerken is een mate van zelfevaluatie. Mensen zijn benieuwd wie ze zijn, en hoe ze zich verhouden tot anderen. Daarbij denk ik dat mensen met een hogere opleiding meer nieuwsgierig daarnaar zijn dan mensen met een lagere opleiding.”

Waarom mensen graag zoeken naar dat houvast, schrijft hij toe aan hetzelfde effect dat onderliggend is aan de populariteit van horoscopen: het zogeheten Barnum-effect. “Via vage formuleringen denken mensen iets te lezen dat specifiek op hen van toepassing is. Mensen zoeken graag naar iets waarin ze zich kunnen herkennen. Deze ‘tests’ zijn een stap vanuit de wereld van horoscopen naar de wetenschap, maar de stap is nog lang niet groot genoeg.”

Reageren?

Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. Reacties met url’s erin worden vaak aangezien voor spam en dan verwijderd. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.

Velden met een * zijn verplicht
** je e-mailadres wordt niet gepubliceerd en delen we niet met derden. We gebruiken het alleen als we contact met je zouden willen opnemen over je reactie. Zie ook ons privacybeleid.