I really needed to get out, zegt Valentina Bortolotti uit Argentinië. De eerstejaars international business administration zit met haar Uruguayaanse studiegenoot Valentina Cabrera in de foyer van het hoofdgebouw te studeren. Laptops open, pen en papier ernaast.
“University is really time consuming”, zegt Cabrera (rechts op de foto). “We are studying at home, eating at home: we are at home all the time. Coming here gives some diversity.” Ze zijn momenteel bezig met een wiskundeopdracht. Bortolotti: “Usually we are with two other girls who speak Spanish. We help each other with the assignments. We don’t get distracted when we study here.”
Zoals Bortolotti en Cabrera zijn er meer. In de foyer zijn alle tafels bezet, beneden in de centrale hal zit op elke bank en aan elke tafel wel iemand en op de verdiepingen zijn veel zaaltjes bezet met één, twee of een groepje studerende mensen. Echt druk kun je het niet noemen, je hoort niet veel gepraat en er lopen weinig mensen. Maar de zitgedeeltes van het hoofdgebouw zijn toch best gevuld.
Op de eerste verdieping zitten de twee vrienden Abdallah El Yamany en Ahmeddine Nekkaa in een zaaltje. El Yamany studeert ook international business administration (tweede jaar), Nekkaa is geen VU-student en loopt momenteel stage bij Pepsico. “Vanwege corona moeten we één dag per week thuiswerken”, zegt hij, “maar daar zijn mijn zusjes ook. Daar kan ik me niet concentreren. En toen vertelde hij dat je hier goed kunt werken.”
“Je kunt hier goed leren”, beaamt El Yamany. “Ik kan me hier beter concentreren. Thuis kun je even een dutje gaan doen, hier is minder afleiding. Het is ook handig dat je een eigen lokaal kunt pakken. En het is gezellig met vrienden.” Hij is twee presentaties aan het voorbereiden. “Die moet ik straks geven”, zegt hij. “Via Zoom. Ik heb helemaal geen colleges op de campus.”
Organisatiewetenschapper Sytze Kingma is op de zesde verdieping een zaal aan het klaarmaken voor een werkgroep. Maximaal 22 studenten, staat op de deur. “Het is een hybride werkgroep. Dat betekent dat we in de zaal zitten en dat mensen thuis kunnen meekijken.”
Hij start de beamer en pc op, legt een platte ronde microfoon neer op een tafel in het midden en zet het statief met de camera goed. “Het is een gedoe om online te streamen. Je weet als docent niet hoe dat moet. Mensen moeten verstaanbaar zijn, en zichtbaar. En bij zo’n Zoom-sessie moet je alle instellingen goed hebben, anders lukt het niet.”
‘Mensen moeten elkaar eerst leren kennen om samen te werken’
Vandaag is het de vraag hoeveel van de 25 studenten er komen. “Studenten zeggen, als ik het ook online kan volgen is het dan wel noodzakelijk dat ik naar de campus kom?” Kingma vindt van wel. “Een werkgroep veronderstelt veel interactie. Fysieke aanwezigheid heeft dan grote voordelen. Mensen moeten elkaar eerst leren kennen om samen te werken.”
Hij heeft vijf afmeldingen van studenten die thuis blijven omdat ze coronagerelateerde klachten hebben of die in quarantaine zitten vanwege een zieke huisgenoot. “Dat is twintig procent van de hele groep! Het virus is niet ver weg. Studenten twijfelen daarom of ze wel of niet zullen komen.”
Op de achtste verdieping klinkt muziek. In de kamer van studievereniging Kraket, van econometrie, zit voorzitter Ivo Warmerdam. Hij is dingen voor het bestuur aan het doen. “Af en toe is het nodig om de andere bestuursleden te zien, om besluiten te kunnen nemen.” Ze hebben veel activiteiten moeten afzeggen. “We doen nu een activiteit voor eerstejaars over hoe je je moet voorbereiden op de tentamenweken. Dan dragen we toch bij.”
Hij denkt dat het op dit moment uitdagender is om een bestuursjaar te doen. “Je leert met een team besturen in een heel rare tijd. De eerstejaars hebben helemaal geen fysieke colleges op dit moment. Die geef je als studievereniging prioriteit. Ze hebben al zo’n rare tijd: geen examenreis of examenfeest gehad en ook geen introductieweek op de VU. Gelukkig hebben zich wel veel mentoren gemeld, dus die hebben we gekoppeld aan groepjes eerstejaars. En we doen kleine dingen, zoals een speurtocht en een boottocht.”
Maar saai is het wel. Warmerdam wijst naar de lege hangbanken in de verenigingskamer. “Normaal zit het hier helemaal vol met mensen die spelletjes doen. De uitdaging van het bestuursjaar is nu twee keer zo groot, maar objectief is het misschien minder leuk.”