De vier regeringspartijen willen graag de toestroom van buitenlandse studenten indammen en een van de middelen hiervoor is een numerus fixus (een beperkt aantal studenten) op Engelstalige trajecten binnen opleidingen. De vraag is alleen of het in de praktijk gaat werken zoals ze hopen.
Het idee is dat de Nederlandse variant van een opleiding toegankelijk blijft, terwijl de Engelse variant een maximum kent. Zo kun je overvolle collegezalen met buitenlandse studenten voorkomen, is de gedachte.
Weerbarstig
Maar de praktijk is weerbarstig, blijkt uit recente antwoorden van onderwijsminister Eppo Bruins op vragen van de VVD én uit de antwoorden van een opleiding die zo’n numerus fixus inderdaad overweegt.
Want de opleidingen mogen met een numerus fixus geen politieke doelen nastreven. Ze mogen alleen maar aan het onderwijs denken. Ze kunnen ook de Nederlandstalige instroom beperken, als ze daar weinig capaciteit voor hebben.
Tempo
De VVD wilde vorig jaar tempo maken. Terwijl de toenmalige minister nog aan een wetsvoorstel werkte om de internationalisering in goede banen te leiden, diende de partij een amendement in om een numerus fixus op Engelstalige trajecten mogelijk te maken. Het haalde een meerderheid.
Zo’n capaciteitsfixus op trajecten zou per studiejaar 2025/2026 mogelijk moeten zijn, vinden de liberalen. Maar zo snel gaat het niet. Dat zei oud-minister Robbert Dijkgraaf al en nu herhaalt zijn opvolger Eppo Bruins dit in zijn antwoorden.
De VVD is ongeduldig, blijkt uit de vragen. Maar het kost nu eenmaal tijd om overal de systemen op orde te brengen. Momenteel kun je alleen maar voor een bepaalde ‘opleiding’ kiezen, maar het moet mogelijk worden om je voor een specifiek traject binnen een opleiding aan te melden.
De VVD vroeg welke opleidingen op dit moment aan een capaciteitsfixus werken. “Voor een numerus fixus op een traject in het studiejaar 2025-2026 heeft zich op dit moment één opleiding bij OCW gemeld”, antwoordt de minister.
Computer science and engineering
Navraag bij het ministerie leert dat het om de opleiding ‘computer science and engineering’ aan de TU Delft gaat, die sinds 2023 een Engelstalig en Nederlandstalig traject aanbiedt. Maar ook deze opleiding gaat pas voor studiejaar 2026-2027 per traject een eigen numerus fixus invoeren, blijkt uit een schriftelijke reactie van de opleiding zelf.
Deze opleiding heeft nu een numerus fixus van maximaal 550 eerstejaars en Nederlandse jongeren moeten concurreren met alle aanmelders uit de rest van de wereld. Hoe hoog de fixus voor het Nederlandstalige traject wordt, is nog niet duidelijk. Er moeten bijvoorbeeld wel genoeg docenten zijn om in het Nederlands les te geven. Of zoals de opleiding het zelf zegt: er moet wel genoeg capaciteit zijn “om de Nederlandstalige onderdelen van de tweetalige track aan te bieden”.
Taaltoets
Hoeveel opleidingen straks een numerus fixus willen? De minister weet het nog niet en de onzekere politieke situatie maakt de opleidingen misschien afwachtend. Het kabinet wil een ‘toets anderstalig onderwijs’ invoeren: opleidingen moeten uitleggen waarom ze in het Engels lesgeven en als dat niet lukt, moeten ze overschakelen naar het Nederlands.
De Delftse opleiding zegt erover: “Wij hebben vernomen dat er opleidingen zijn die geïnteresseerd zijn in het aanbieden van taaltracks, maar eerst willen afwachten of zij door de toets anderstalig onderwijs gaan komen.”
Bruins weet het ook, maar kan de opleidingen niet echt geruststellen. “Ik wil hier benadrukken dat het instellen van een numerus fixus op een traject als zodanig geen invloed heeft op de beoordeling van de toets anderstalig onderwijs”, zegt hij. Maar ook: “Nederlands moet weer de norm worden.”
Capaciteit
De minister onderstreept nog eens de regels voor het instellen van een numerus fixus. Het mag alleen als daar binnen het onderwijs een goede reden voor is. “Het gaat dan bijvoorbeeld om de beschikbaarheid van onderwijs- en practicumruimtes, docenten of stageplaatsen”, schrijft Bruins. Hijzelf bemoeit zich daar niet mee. “Het is niet aan mij om te beoordelen wanneer dat het geval is, maar aan de instellingen.”
Politieke redenen mogen geen rol spelen. Bruins: “Het is niet toegestaan een capaciteitsfixus in te stellen om andere redenen dan de beschikbare onderwijscapaciteit, bijvoorbeeld beschikbaarheid van woonruimte voor studenten of het beperken van studiemigratie.”
Spanning
Op gespannen voet hiermee staan de aangekondigde ‘bestuurlijke afspraken’ en ‘zelfregie’ van de instellingen. Daarin moeten ze juist wel met zulke kwesties rekening gaan houden. Waar die afspraken over gaan? “Gedacht kan worden aan afspraken over studentenhuisvesting, bestuurstaal binnen instellingen of Nederlandse taalvaardigheid van (anderstalig) onderwijzend personeel”, staat in het wetsvoorstel Internationalisering in Balans.
Over de numerus fixus op trajecten staat er dat instellingen een ‘zorgvuldige afweging van belangen’ moeten maken. “Die afweging dient op instellingsniveau te worden gemaakt, in samenspraak met andere instellingen en met oog voor de macrosituatie in Nederland en de regio.”