Over acht jaar zijn er nog altijd tussen de 26 en 42 duizend studentenwoningen te weinig, schatten de makers van de Landelijke Monitor Studentenhuisvesting, die vandaag verschijnt.
Dat is ook een beetje goed nieuws: eerder voorzagen ze een tekort van 40 à 57 duizend studentenwoningen. Sindsdien zijn er allerlei bouwplannen gemaakt die het gat enigszins moeten dempen. Het ‘Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting’ moet uiteindelijk voor 60 duizend extra kamers en studio’s gaan zorgen.
Mogelijk hoger
Maar de prognoses blijven onzeker. “Wanneer ook naar de vraag naar studentenhuisvesting van mbo-studenten wordt gekeken, komt het tekort mogelijk hoger uit”, staat in de monitor.
Verder houden de onderzoekers geen rekening met een drastische vermindering van het aantal buitenlandse studenten. Mocht de politiek de internationalisering sterk inperken, dan daalt uiteraard ook de vraag naar woningen.
De makers weten ook nog niet precies wat de nieuwe basisbeurs voor effect heeft: willen studenten weer vaker op zichzelf wonen of niet? Sinds de invoering gaan er meer studenten op kamers. Directeur Jolan de Bie van Kences (de koepel van studentenhuisvesters) vindt dat goed nieuws. Het is volgens haar “belangrijk voor het welzijn en de sociaal-emotionele ontwikkeling van studenten”.
Mede daarom is de woningnood dus een probleem. In studiejaar 2031/’32 wonen naar schatting zo’n 350 duizend studenten op zichzelf, terwijl duizenden studenten nog bij hun ouders wonen en eigenlijk uit huis willen.
Steden
In sommige steden is de woningnood heviger dan elders. De huurprijzen zijn erg hoog in Amsterdam en Utrecht, waar studenten maar moeilijk onderdak kunnen vinden. In Amsterdam wordt het alleen maar erger, is de verwachting, terwijl de Utrechtse situatie in het gunstige scenario ongeveer blijft zoals nu.
Kom hier!
Steden met enige ruimte op de woningmarkt willen in het gat springen en gaan zich als studentenstad profileren, meldden verschillende media deze week. In Assen bijvoorbeeld studeren momenteel zo’n 85 studenten en de stad wil dat aantal graag verhogen.
Almere mikt deels op studenten die in Amsterdam studeren, waar de woningen erg duur zijn, maar wil ook zelf het onderwijsaanbod uitbreiden. Er zouden ook universitaire opleidingen moeten komen. Volgens Ardin Mourik, door het vorige kabinet aangesteld als ‘regisseur studentenhuisvesting’, kan het verplaatsen van opleidingen een deel van de oplossing zijn, zei hij tegen de NOS.
Hospita
Op allerlei manieren probeert de politiek om de woningnood te bestrijden, bijvoorbeeld door de comeback van de hospita aan te moedigen. Er komen regels die het makkelijker moeten maken om een leegstaande kamer aan een student te verhuren.
In de woningmarkt speelt het probleem dat een studio dankzij de huursubsidie vaak aantrekkelijker is om te bouwen dan studentenhuisvesting met kamerverhuur. Er gaan stemmen op (van studenten en verhuurders) om de huursubsidie aan te passen, zodat ook kamerbewoners die kunnen krijgen. Dat zou ervoor zorgen dat corporaties weer vaker zulke woningen bouwen.
Die aanpassing van de huursubsidie redt het telkens niet in politiek Den Haag. Wat al helemaal geen optie lijkt, is de woningbouw tot een nationale kwestie maken en te bouwen zonder winstoogmerk.
Huurprijzen
Door de woningnood schieten de huurprijzen omhoog, met name in Amsterdam. Daar kosten kamers volgens Kamernet gemiddeld zo’n duizend euro per maand. Op Kamernet worden met name particuliere woonruimten aangeboden. Haarlem, Utrecht en Rotterdam zijn ook duur.
De makers van de monitor hebben zelf een enquête uitgevoerd die andere huurprijzen noemt. Volgens deze enquête, waar misschien meer studentenhuisvesting in voorkomt, zouden de huurprijzen alles bij elkaar het hoogst zijn in Rotterdam: 640 euro per maand, tegen 630 euro in Amsterdam. Tilburg zou de duurste meerkamerwoningen van Nederland hebben: 875 euro per maand.