Het Nederlandse hoger onderwijs trekt zich te veel terug achter de dijken, lijkt minister Bussemaker van Onderwijs te denken. Daarom doet ze voorstellen om een buitenlands avontuur makkelijker te maken.
Internationale ervaring is volgens minister Bussemaker belangrijk voor studenten, niet alleen voor het opdoen van kennis en vaardigheden, maar ook voor hun persoonlijke ontwikkeling. Bovendien is het goed als knappe koppen uit het buitenland hierheen komen. Dus bevat het wetsvoorstel dat ze zojuist online heeft gezet een waaier van maatregelen voor meer internationalisering. De vijf belangrijkste veranderingen op een rij.
Gezamenlijke opleidingen goedkoper
De joint programmes – gezamenlijke onderwijsprogramma’s van Nederlandse en buitenlandse instellingen – zijn nog weinig populair. Dat komt mede doordat de opleidingen duur zijn: studenten moeten vaak dubbel collegegeld betalen. Als de minister haar zin krijgt verandert dat: instellingen mogen dan nul euro collegegeld vragen aan buitenlandse studenten die deelnemen aan zo’n joint programme. Dan hoeven studenten studenten alleen in eigen land collegegeld te betalen.
Matching van buitenlandse studenten
Sinds vorig jaar moeten nieuwe studenten zich voor 1 mei aanmelden voor de opleiding van hun keuze, zodat er tijd is voor studiekeuzeactiviteiten. Met dit wetsvoorstel worden ook buitenlandse studenten verplicht om zich voor die datum in te schrijven. Voor de daaropvolgende matching hoeft de student niet het vliegtuig te pakken. Volgens de minister kan datook prima online, via telefoon of via de populaire app FaceTime.
Profileringsfonds
Als studenten naar het buitenland willen, kunnen ze straks geld krijgen uit het ‘profileringsfonds’ van hogescholen en universiteiten. Volgens de minister is dat ‘een extra stimulans om buitenlandse ervaring op te doen. Nu worden uit het profileringsfonds bijvoorbeeld bestuursbeurzen betaald, of financiële ondersteuning voor studenten die door een handicap vertraging oplopen.
Uitbreiding promotierecht
Straks mogen ook anderen dan hoogleraren de doctorstitel verlenen, bijvoorbeeld universitair hoofddocenten. Volgens de minister zorgt uitbreiding van het zogeheten ‘ius promovendi’ voor betere loopbaanperspectieven, ook voor buitenlandse wetenschappers, en sluit het aan bij wat internationaal gebruikelijk is. Het College voor Promoties zal bepalen aan wie het promotierecht wordt toegekend en aan wie niet.
Promovendi worden PhD
Nederlandse universiteiten mogen straks de graad Doctor of Philosophy (PhD) toekennen. Nu mogen gepromoveerden zichzelf alleen ‘doctor’ noemen, maar dat is internationaal gezien niet logisch. Als ook in Nederland de graad PhD kan worden uitgereikt, komen hier meer knappe koppen heen voor een wetenschappelijke loopbaan, verwacht de minister.