Nederlandse wetenschappers sluiten zich voor het eerst aan bij de wereldwijde actieweek van Scientist Rebellion. Ze vragen daarmee aandacht voor de noodtoestand van het klimaat.
“We kunnen niet rustig achter ons bureau blijven zitten terwijl het huis steeds sneller afbrandt”, zegt woordvoerder Leo van Kampenhout, klimaatonderzoeker bij de Universiteit Utrecht. Wetenschappers luiden al jaren de noodklok over de klimaatcrisis, maar overheden luisteren niet goed genoeg, vindt Scientist Rebellion.
De internationale actieweek valt samen met het verschijnen van een nieuw deel van het IPCC-rapport op maandag 4 april, waarin deskundigen verslag uitbrengen over de laatste stand van zaken rond het klimaat. “Wetenschappers hebben fantastisch werk geleverd door de wereld op de hoogte te stellen van de klimaatnoodtoestand”, stelt Van Kampenhout. “Er gebeurt echter nog veel te weinig om het probleem bij de wortel aan te pakken.”
Witte labjassen
De Nederlandse actieweek zal worden afgetrapt met een online paneldiscussie over bijvoorbeeld de vraag: gaan wetenschap en activisme samen? Op 6 april verzamelen wetenschappers zich in Den Haag voor een mars langs onder meer het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. De actievoerders dragen witte labjassen omdat wetenschappers beter zichtbaar willen zijn in de klimaatbeweging.
Op dezelfde dag organiseren ze in Den Haag een ‘burgerlijk ongehoorzaamheidsprotest’. Het idee daarachter is dat eerdere pogingen van wetenschappers om beleidsmakers te beïnvloeden gefaald hebben. De Scientist Rebellion-beweging pleit voor een nieuwe tactiek: wetenschappers moeten hun “geprivilegieerde positie” gebruiken om geweldloos actie te voeren en verandering te eisen.