Het gaat dit najaar niet meer lukken om nieuwe kwaliteitsafspraken te maken met hogescholen en universiteiten over het verbeteren van hun onderwijs. Daarom wordt 2018 een tussenjaar.
Minister Bussemaker schrijft dat in een brief aan de Tweede Kamer. De miljoenen van het zogeheten studievoorschot (waarin de basisbeurs is wegbezuinigd) worden in 2018 naar rato verdeeld over universiteiten en hogescholen.
Eigenlijk zouden er speciale kwaliteitsafspraken komen om te garanderen dat de onderwijsinstellingen het geld daadwerkelijk aan de verbetering van hun onderwijs uitgeven. Maar niemand weet nog hoe die afspraken eruit moeten zien en op de vorige ronde van prestatieafspraken kwam veel kritiek.
Volgend kabinet
Dus laat minister Bussemaker dit over aan het volgende kabinet, en dat is er voorlopig nog niet. Momenteel onderhandelen vier partijen over de vorming van een nieuwe regering. Dat zijn VVD, CDA, D66 en ChristenUnie.
Bussemaker had een brief gekregen van studentenorganisaties ISO en LSVb, de Vereniging Hogescholen en universiteitenvereniging VSNU. Zij willen graag dat het geld van het studievoorschot aan de gewone bekostiging wordt toegevoegd en hebben samen afspraken gemaakt over de besteding ervan.
Daarin staat onder meer dat de medezeggenschapsraden instemmingsrecht op de uitgave van deze basisbeursmiljoenen krijgen; daar gaan de universiteiten en hogescholen niet aan morrelen.
Bovendien wordt de minister vooraf (als de begrotingen zijn gemaakt) en achteraf (als de jaarverslagen er zijn) op de hoogte gesteld. Bussemaker is daar “verheugd” over, schrijft ze aan de Tweede Kamer.
Eigen plannen
Overigens reserveert ze sowieso tien procent van het geld voor haar eigen plannen om de onderwijskwaliteit te verbeteren. Dat had ze al lang en breed aangekondigd.
Er komen bijvoorbeeld docentenbeurzen voor onderwijsverbetering (Comeniusbeurzen). Ook besteedt de minister geld aan de ontwikkeling van open, online onderwijs. Verder wil ze de doorstroom van studenten vanuit het mbo naar het hoger onderwijs versterken en ook het onderwijs beter laten aansluiten op de arbeidsmarkt.
In de afgelopen ronde van prestatieafspraken moesten hogescholen en universiteiten streefcijfers noemen: hoeveel studenten behalen hun diploma, hoe snel komen ze over de eindstreep, hoeveel uur krijgen ze les? De afspraken zouden volgens critici tot rendementsdenken hebben geleid.
Van uitstel komt geen afstel, denkt minister Bussemaker. Ze gaat ervan uit dat er voor 2019 alsnog kwaliteitsafspraken komen.