Er moet een nieuw, groot proefdiercentrum komen in het geplande onderzoeksgebouw op het terrein van de voormalige schooltuintjes tegen over O2-gebouw, stelt het college van bestuur.
Nu is het proefdiercentrum gevestigd in het Wis- en Natuurkundegebouw. Dat wordt rond 2020 grotendeels gesloopt, maar de vleugel waar het centrum in is gehuisvest, blijft deels staan. Om het in de toekomst te kunnen blijven gebruiken, is echter een dure verbouwing nodig.
Bovendien is volgens het bestuur uitbreiding van het centrum gewenst. Nu is het een gezamenlijke onderneming van de universiteit en het VU Medisch Centrum. Maar het academisch medisch centrum van de UvA, het AMC, wil aanhaken. VUmc en AMC gaan namelijk fuseren. Dan worden het neurologisch en oncologisch onderzoek op de VU-campus geconcentreerd en dat moet een van de vooraanstaande centra in Europa op deze gebieden worden.
Minder dierproeven
De VU streeft ernaar het aantal dierproeven te minimaliseren. Daarom vroeg de ondernemingsraad tijdens de bespreking van het plan met het bestuur afgelopen woensdag naar de noodzaak van een groter proefdiercentrum. Volgens rector Vinod Subramaniam zijn voor fundamenteel onderzoek en bijvoorbeeld de ontwikkeling van geneesmiddelen nog tientallen jaren dierproeven nodig. Daarvoor zijn nog lang geen bruikbare alternatieven ontwikkeld. “Misschien kunnen we over een aantal jaren kunstmatig een long namaken en daar onderzoek aan doen, maar hoe een long werkt in een levend wezen is nog een ander en ingewikkelder verhaal”, noemde hij als voorbeeld.
Het aantal dierproeven aan de VU zal in de toekomst vooral stijgen doordat er meer onderzoekers komen te werken. Men blijft zeer kritisch kijken naar het nut en de noodzaak van de voorgestelde experimenten.
Extra investering
Voor het nieuwe centrum is een extra investering van ruim tien miljoen euro nodig. Daar staat tegenover dat de kosten van de verbouwing van het bestaande centrum worden bespaard. Ook zal de exploitatie in de toekomst relatief goedkoper zijn voor de universiteit omdat het AMC mee gaat betalen. Ook is het goedkoper één nieuw centrum in te richten dan het oude te laten bestaan en er een dependance ter uitbreiding bij te bouwen, wat eerst het plan was. In een nieuw centrum kunnen ook de nieuwste inzichten op het terrein van dierenwelzijn worden gerealiseerd, hoewel het bestaande centrum al modern is. Het bestaat net zo’n vijftien jaar.
Tijdsplanning
Probleem is nog wel de tijdsplanning. Het nieuwe gebouw is pas in 2022 klaar. En de vraag is of het oude proefdiercentrum tot die tijd in gebruik kan blijven, gezien de plannen met het Wis- en Natuurkundegebouw. Mogelijk zijn er over een periode van één tot anderhalf jaar geen dierproeven mogelijk op de VU-campus. Het overbruggen van die periode kan veel geld gaan kosten als elders ruimte moet worden gehuurd of een tijdelijke faciliteit wordt opgezet.
De ondernemingsraad brengt binnenkort advies uit over het plan.