Is het niet merkwaardig, schreef de latere VU-hoogleraar criminologie Herman Bianchi in 1951, ‘dat de mensheid altijd vol is geweest van vergelding, maar nooit iemand op de gedachte is gekomen om nu eens, evenals men het kwaad vergeldt, ook het goede te gaan vergelden?’ Bianchi heeft zijn wetenschappelijke werk altijd in dienst gesteld van het bestrijden van het strafsysteem en het gevangeniswezen, dat hij wreed en onmenselijk vond. Gevangenissen noemde hij “universiteiten voor de criminaliteit”, waar mensen slechter weer uit kwamen dan toen ze erin gingen. ‘Hoe lang zal het nog duren alvorens het strafrecht inziet dat het als een waar pedagoog moet werken aan zijn uiteindelijke opheffing?’ aldus Bianchi in zijn eerste korte essay Recht van Vergelding.
Het is onmogelijk de invloed te overschatten die Bianchi ook vijf jaar na zijn dood nog heeft. Zijn gedachtegoed, verbreid door zijn studenten, vindt nog steeds gretig aftrek bij ministeries, gemeenten en de politie. Docent criminologie Marc Schuilenburg, bijvoorbeeld, verwijst in zijn boek Hysterie naar zijn leermeester Bianchi als hij de oorlogstaal hekelt die politici en beleidsmakers constant bezigen. Criminologische theorieën waren volgens Bianchi ‘oorlogsverklaringen’, die in het teken stonden van een ‘bestrijdingsbegeerte’.
‘Gevangenissen zijn universiteiten voor criminaliteit’
“Nog steeds is alles een oorlog”, zegt Schuilenburg. “Oorlog tegen corona, oorlog tegen terrorisme en oorlog tegen misdaad.” Het beleid van justitie en politie kenmerkt zich volgens hem door een gebrek aan “verbeeldingskracht” en een “raar politiek klimaat” waarin mensen als de minister van Justitie stoere taal uitslaan. “Maar sinds mijn nieuwste boek verscheen, heb ik al met tientallen burgemeesters en politiechefs gesproken en krijg ik veel uitnodigingen om te komen spreken. Er is dus wel degelijk veel belangstelling voor een alternatief.”
Positieve veiligheid
Schuilenburg pleit in zijn boek voor ‘positieve veiligheid’, een begrip dat hij samen met zijn collega Ronald van Steden, hoofddocent bestuurswetenschappen en politicologie, heeft ontwikkeld. ‘Veiligheid is een dubbel begrip. Je kunt het negatief vertalen, als het bestrijden van criminaliteit en overlast, maar ook positief, als het bieden van zorg en geborgenheid’, schrijft hij. In navolging van Bianchi pleit hij voor de inzet van positieve rolmodellen en het belonen van goed gedrag: een stuk pizza, bijvoorbeeld, voor het helpen van ouderen of het respecteren van de regels.
Wie denkt dat dit hoort bij een softe aanpak van linkse idealisten, think again. In de VS, het land van tough on crime en law and order, beloont de politie jongeren op een dergelijke manier. “Je wordt in de media en de politiek constant om de oren geslagen met termen als softie en thee drinken, maar ik hoef me als wetenschapper niets aan zulke politieke framing gelegen te laten liggen. Werkt een aanpak of niet, dat is wat me interesseert.”
Bianchi nam het Indonesische Torajavolk als voorbeeld, dat in plaats van vergelding naar verzoening zocht
Vergelding is altijd een belangrijk element geweest in het Nederlandse strafrecht. Bianchi pleitte al in 1951, vijf jaar voor zijn cum laude promotie, voor wat later ‘herstelrecht’ is gaan heten. Hij nam het Indonesische Toraja-volk als voorbeeld, dat in plaats van vergelding zocht naar verzoening tussen een overtreder en de benadeelde. Later deed hij onderzoek in de Mohawk-reservaten in Noord-Amerika, waar ook een vorm van herstelrecht wordt betracht.
“Ik ben niet voor de afschaffing van het strafrecht”, zegt misdaadjournalist en eindredacteur van Peter R. de Vries Simon Vuyk, VU-alumnus en student van Bianchi. “Ik vind dat er bij een misdrijf veel meer moet worden gedacht in termen van een conflict tussen twee partijen. Stel, in de kroeg slaat iemand een ander voor z’n bek. Die gaat aangifte doen, er volgt een gesprek bij de politie met de dader erbij. Die betuigt spijt, het slachtoffer ziet misschien in dat hij op een bepaalde, uitdagende manier naar de dader zat te kijken, de twee maken het weer goed. Zo zouden veel meer zaken kunnen worden opgelost.” Dat zo’n benadering niet zou passen in de huidige rechtse tijdsgeest wijst Vuyk van de hand. “Niemand realiseert zich dit, maar het herstelrecht is juist in Amerika, het land dat bekend staat om zijn keiharde straffen, veel toegepast.”
Mediation als oplossing
Dat beaamt ook Ronald van Steden. “Met name christelijke bewegingen in de VS hebben daar het herstelrecht ingevoerd. Het komt voort uit de Bijbelse gedachte dat je mensen de kans moet geven op herstel, nadat ze verantwoording hebben afgelegd voor hun daden.” Ook in Nederland, waar de VVD steeds hoge ogen gooit met retoriek over strenger straffen, heeft de overheid wel degelijk belangstelling voor alternatieven als mediation. Van Steden heeft onlangs een onderzoek naar herstelrecht in samenwerking met de politie afgerond waaruit blijkt dat mediation het slachtoffer, de dader en de samenleving meer oplevert dan het strafrecht. “Dat onderzoek is betaald vanuit de Nationale Wetenschapsagenda, dus door de overheid”, aldus Van Steden.
‘Heel veel van die aangiften kunnen mensen gewoon zelf oplossen’
Dat herstelrecht werkt, zeggen ook bijzonder hoogleraar herstelrecht Katrien Lauwaert, onderzoeker Nieke Elbers en promovendus Iris Becx, alle drie verbonden aan de VU. Onlangs lieten die aan de hand van dertien onderzoeken zien dat waar straffen geen of zelfs negatieve effecten heeft, het herstelrecht vaak wel positief uitpakt. Die onderzoeken zijn methodologisch niet allemaal even solide, geven de drie zelf toe, maar ze bevestigen kwalitatief betere internationale onderzoeken naar herstelrecht, die aantonen dat herstelrecht leidt tot minder recidive, grotere tevredenheid bij slachtoffers en daders, en ook minder posttraumatische stress en wraakgevoelens.
Voor Van Steden is er nog een andere belangrijke motivatie voor het herstelrecht: “Politie en justitie zitten met stapels aangiften waar ze door tijdgebrek niet aan toekomen, waardoor het hele systeem vast komt te zetten. Heel veel van die zaken kunnen mensen gewoon zelf oplossen. Het is misschien moeilijker om elkaar tijdens een gesprek in de ogen te kijken, maar uiteindelijk heb je wel meer kans op een voor iedereen bevredigende afloop.”
Kwaad met kwaad vergelden
Bianchi was een van de oprichters van de Coornhert-Liga, een vereniging voor strafrechthervorming die volgend jaar precies 50 jaar geleden is opgericht. (volgens journalist Hans Smits, die een boek over de Liga heeft geschreven, Strafrechthervormers en Hemelbestormers, heeft Bianchi er daarna nooit een echte rol van betekenis in gespeeld). De Liga is vernoemd naar Dirck Volkertszoon Coornhert, die in de zestiende eeuw al pleitte voor hervorming van het strafrecht, waarbij het accent gelegd moest worden op een terugkeer in de maatschappij van de veroordeelde in plaats van vergelding.
‘Volgens Bianchi was gevangenisstraf niets anders dan “kwaad met kwaad vergelden’
Coornhert werd geïnspireerd tijdens zijn verblijf in de gevangenis omdat hij verdacht werd van ketterij. Ook Bianchi’s kruistocht tegen het gevangeniswezen begon toen hij zelf gedetineerd was, namelijk aan het einde van de Tweede Wereldoorlog, toen hij een aantal maanden in een concentratiekamp zat wegens betrokkenheid bij het verzet. Bianchi was door die ervaring getraumatiseerd, en Vuyk is er zeker van dat hij daardoor anders naar gevangenissen is gaan kijken. Volgens hem was gevangenisstraf niets anders dan “kwaad met kwaad vergelden.”
De Coornhert-Liga is al jaren niet meer actief, al is de vereniging nooit opgeheven. Veronique Achoui, coördinator van de Nederlandse afdeling van Rescaled, een internationale organisatie die zich inzet voor strafrechthervorming, wil de vijftigste verjaardag van de Coornhert-Liga echter niet ongemerkt voorbij laten gaan en een evenement organiseren aan de VU, omdat niet alleen Bianchi maar ook veel van zijn wetenschappelijke erfgenamen daaraan verbonden zijn. “Er is een sterke VU-connectie met Rescaled en de Coornhert Liga”, aldus Achoui.
“Wij zijn niet tegen vrijheidsbeneming, maar vóór maatschappelijke betrokkenheid bij de uitvoering van vrijheidsbeneming”, zegt Achoui. Vanuit de gedachte dat de samenleving een grote rol speelt in het ontstaan van criminaliteit en daarvoor haar verantwoordelijkheid moet nemen, streeft Rescaled naar kleinschalige detentiehuizen, midden in woonwijken, waar mensen in detentie onderdeel zijn van de wijk. “We richten we ons op de systemische verandering van het strafrecht als onderdeel van een maatschappelijk beschavingsproces”, aldus Achoui.
Daarvoor moet wel de huidige mentaliteit ten aanzien van het strafrecht worden doorbroken, vindt Achoui. “Dat doen we door met ons netwerk kennis bij beleidsmakers en professionals te halen en brengen, door kenniswerkplaatsen op te richten die vormen van kleinschalige detentiehuizen in kaart te brengen op basis van wetenschap, beleid én praktijk.”
Uitzichtloosheid van strafrecht
Er wordt in Nederland al lang geëxperimenteerd met kleinschalige detentie, vertelt Sonja Meijer, bijzonder hoogleraar penitentiair recht aan de Radboud Universiteit en VU-docent straf- en strafprocesrecht. “In Amsterdam-West staat een detentiehuis waar acht jeugdige gedetineerden zitten. Ze gaan gewoon naar hun werk of naar school, zodat hun leven niet onderbroken wordt door hun detentie. Onderwijl krijgen ze burgerschapscursussen en dergelijke.”
Meijer is niet tegen gevangenissen en ook niet tegen het element van vergelding in het strafrecht. Ze wil een “cultuurverandering teweeg brengen op basis van gedegen wetenschappelijk onderzoek. Het is belangrijk dat de nadruk komt te liggen op resocialisatie en dat is nu niet het geval. Bij korte gevangenisstraffen komt het zelfs helemaal niet aan de orde en dat is ernstig, want vijftig procent van alle gevangenisstraffen is korter dan vier weken. En alleen met de gevangenisstraf verbeter je niemand, daarom zie je steeds dezelfde mensen weer terug in de rechtszaal.”
‘Je hebt als samenleving een morele plicht om op een goede manier met elkaar om te gaan’
Dat realiseerde Schuilenburg zich ook, zestien jaar geleden, toen hij voor het Openbaar Minister werkte. “Ik werd opgeleid als officier van justitie, maar de uitzichtloosheid van het strafrecht stond me tegen. Dag na dag dezelfde drugszaken, waar ik niet achter stond. Daarom besloot ik de wetenschap in te gaan. Daar herkende ik me in de lijn van Bianchi, al moet ik eerlijk zeggen dat ik die altijd erg belerend vond, erg vanuit zijn geloof. Ik had meer met de Rotterdamse criminoloog Louk Hulsman, die ik juridisch veel doordachter vond.”
“Bianchi’s werk werd onmiskenbaar gevoed door zijn christelijke levensfilosofie en door de kernwaarden uit de Bijbel”, zegt Vuyk. “Hulsman werkte vanuit een andere motivatie, maar dat staat los van de vraag wiens methode beter was. Het één kan niet zonder het ander. Je kunt het herstelrecht niet puur wetenschappelijk benaderen, je hebt als samenleving ook een morele plicht om op een goede manier met elkaar om te gaan.”