Universiteiten geven nog te weinig openheid van zaken over de financiële risico’s die ze lopen met hun vastgoedinvesteringen, zegt de Rekenkamer. Daarom moet minister Bussemaker strengere eisen stellen aan de jaarverslagen.
Tussen 2015 en 2018 investeren universiteiten ongeveer twee miljard euro in hun gebouwen. Maar de jaarverslagen van de onderwijsinstellingen geven momenteel te weinig informatie over de eventuele gevaren. Dat moet beter, concludeert de Rekenkamer vandaag in haar rapport. Hoe kunnen de raden van toezicht, accountants en de onderwijsinspectie anders goed toezicht houden?
Opdrachtonderzoek
Eerder dit jaar concludeerde ook de onderwijsinspectie al dat slechts de helft van de universiteiten goede informatie biedt.
De financiële plaatjes van de dertien universiteiten verschillen flink. Tien van hen verwachten in 2017 in de min uit te komen en aan de andere kant begroot de Vrije Universiteit een overschot van ruim €4 miljoen euro. Ook de inkomstenbronnen lopen uiteen: de Erasmus Universiteit Rotterdam verdiende vorig jaar 32 procent van haar geld met werk in opdracht van derden, bijvoorbeeld met het doen van onderzoek. Bij de Vrije Universiteit was dit ruim 17 procent.
Vijf jaar te kort
De Rekenkamer adviseert de minister om de eisen aan de jaarverslagen te verscherpen: vijf jaar vooruit kijken is eigenlijk te kort. “Vastgoed gaat altijd over de lange termijn”, zegt een woordvoerder. “Dat betekent dus ook dat je je uitgaven en inkomsten over een langere periode in de gaten moet houden.”
Minister Bussemaker kan zich vinden in de uitkomsten van het rapport. Ze adviseert de universiteiten goed te kijken naar hun inkomsten en het bedrag dat ze kunnen missen voor huisvesting. Ook de inspectie zou zich daar in verder onderzoek op moeten focussen. Maar de bewindsvrouw vindt het niet nodig om heel ver vooruit te kijken: vijf jaar is wat haar betreft goed genoeg.