Minister Van Engelshoven ziet nog altijd niets in een landelijke aanpak om excessen bij studentenverenigingen te voorkomen. Ze vindt dat de taak van universiteiten en hogescholen.
SP-Kamerlid Frank Futselaar had de minister in Kamervragen gewezen op een recent artikel in NRC, over een onderzoek naar de “verstikkende cultuur” bij de Leidse studentenvereniging Minerva. Werd het niet tijd voor een “landelijke aanpak, gericht tegen vernedering, seksuele intimidatie, geweld, zwijgcultuur en eigen rechtssystemen binnen de corpora”?
Niet ingrijpen
De minister is ook geschrokken van het in NRC geschetste beeld, antwoordt ze, maar ze ziet geen reden om in te grijpen. Dat kunnen de onderwijsinstellingen beter zelf doen. “Voor meerdere universiteiten en hogescholen waren de incidenten reden voor het opschorten van bestuursbeurzen of het (tijdelijk) verbreken van de banden. Dat vind ik een goede benadering.”
Begin dit jaar nam ze een vergelijkbaar standpunt in na onthullingen van tv-programma Rambam, dat undercover opnames had gemaakt bij twee studentencorpora. Daarmee zette ze het beleid voort van haar PvdA-voorganger Jet Bussemaker.
Het verbieden van ontgroeningen is in de geschiedenis van de Nederlandse studentenverenigingen vaker geprobeerd. Die pogingen strandden echter altijd, vertelden historici Pieter Caljé en Frits van Oostrom in een interview met het HOP.